Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


De geslachtsnamen Muis, Muys, Muisken kunnen dus even zeer aan dezen mansvóórnaam ontleend zijn, als aan den diernaam. De geslachtsnamen Muusse en Muusses zijn ongetwyfeld vadersnamen van dezen mansnaam; waarschijnlik ook Muysson. Haso is een oud-germaansche mansvóórnaam, en als zoodanig in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch vermeld.

In de oud-Germaansche mythologie wordt de Wolf, het dier van Wodan, eer geacht dan verafschuwd; den laatstgenoemden indruk bracht hij eerst veel later teweeg, toen de christelijke godsdienst het geloof van onze voorouders verdrongen had. Toen veranderde Wodan in den "Wilden Jager" en zijne Wolven in diens Honden.

In zynen Althochdeutscher Sprachschatz noemt Graff eene overgroote menigte zulke oud-hoogduitsche, op ing uitgaande patronymika op; b. v. Bekend zijn ook nog de namen van sommige koninklike en adellike geslachten onder allerlei oud-germaansche volken; en deze namen zijn oorspronkelik zulke patronymika, zulke door het achtervoegsel ing van mansvóórnamen geformde vadersnamen geweest.

Bol, Bolle, door Förstemann als Bollo vermeld, is een oud-germaansche mansvóórnaam die, behalven aan Bols, Bolsius, nog oorsprong gaf aan eene geheele reeks van maagschapsnamen; te weten, aan Bollinga, Bolling, Bollinck, Bollinckx, Bolma, Bols, Bolls, Bollen, Bollens, Bolle, Bol. Verder aan Bolks, Bolkens, Bollekens, Boltjes, die uit verkleinformen zijn ontstaan, en, in Engelland, aan Bollington.

Straten en Stratenus, met Straatsma, Stratingh en Straatjes, zijn patronymikale maagschapsnamen, waar de oud-germaansche, door Förstemann aangetoonde mansvóórnaam Strato aan ten grondslag ligt. In de lijsten van Wassenbergh vindt men dezen naam, Strate, als een friesche vermeld.

De geslachtsnaam Alderden komt te Aalsmeer voor. Opmerkelik is het dat in dit overoude hollandsche dorp zoo vele eigenaardige oud-hollandsche geslachtsnamen, van volle, oud-germaansche mansnamen afgeleid, voorkomen.

Hier volgt nog een enkel twaalftal uit dat overgroote aantal inknamen, dat bepaaldelik eigen is aan de zuiver-saksische gouen van Overijssel en Gelderland: Abbink, Eggink, Makkink. Natuurlik zijn ook deze maagschapsnamen allen afgeleid van oud-germaansche mansvóórnamen. Reerink en Reering, dat is oorspronkelik Reerdink, Rederding, Retharding, komen van den mansvóórnaam Rethart, Redert; zie § 48.

En wel van Eveke, Duike, Ike, Onneke en Tileke, in deze formen, en ook in de oorspronkelike formen Onno, Ide, Tijl, enz. bekende, meest friesche mansvóórnamen. De twee uitzonderingen, waar ik hier boven van sprak, zijn de maagschapsnamen Johanninck en Teuninck, die niet afgeleid zijn van oud-germaansche mansvóórnamen, maar van eenen bybelschen en van eenen kerkeliken naam.

Dat de patronymika Borghers, Burghers en Burgers van dit woord burger zouden afgeleid zijn, is niet geheel zeker. De oud-germaansche mansvóórnaam Borchart, Borgert, Burkhard, Burgert kan ook daar aan ten grondslag liggen; zie bl. 176. De burgery in de steden, voor zoo verre zy tot de handwerkslieden en neringdoenden behoorde, was in gilden verdeeld.

Immers als oud-germaansche mansvóórnamen, ook by onze voorouders in gebruik, komen Wit of Witte, Root, Brune en Grise wel voor. Men vindt ze allen vermeld, ook in samenstellingen, in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch. Zeer vele geslachtsnamen, meestal patronymika, zijn van deze mansvóórnamen afgeleid; b. v. Zie ook bl. 79.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek