Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Het kunnen verlatynschingen zijn van twee oud-germaansche mansvóórnamen, of ook kunnen het deze zelfde namen zijn in hunnen eigenen oud-germaanschen form, die van den latynschen niet afwijkt; zie bl. 71 en bl. 20. Het kunnen ook namen zijn, aangenomen als die van de vermeende oude hooftlingen, aanvoerders, stichters, de fabelachtige stamvaders der Friesen en Groningers.

Voorbeelden van zulke namen zijn: Beernaert, tegenwoordig Bernard, Barend, Berend, Baart, Beert, en de zeer talryke geslachtsnamen daar van afgeleid. Ten slotte mogen hier nog eenige geslachtsnamen genoemd worden, eveneens van zulke volle oud-germaansche mansvóórnamen geformd, maar die in den tweeden naamval staan, dus echte patronymika zijn, en eigenlik in § 37 behoorden vermeld te worden.

Emmerik, Emmerich is echter eveneens een oud-germaansche mansvóórnaam, en deze mansnaam kan dus ook de oorsprong der genoemde geslachtsnamen zijn. Aan het patronymikon Emmeriks, ook als geslachtsnaam voorkomende, ligt hy zonder twyfel ten grondslag.

Hemme, Hemmo is de oud-friesche mansvóórnaam, die aan den geslachtsnaam Hemmes ten grondslag ligt. Reeds onder de oud-germaansche namen by Förstemann vermeld, is Hemmo nog heden in de friesche gouen geenszins zeldzaam als mansvóórnaam in gebruik.

De geslachtsnaam Zeven eindelik zoude oorspronkelik ook een oud-germaansche mansvóórnaam kunnen zijn, de zelfde als de naamstam Sew, door Förstemann vermeld, en die ook oorsprong gaf aan de patronymikale geslachtsnamen Sevensma en Zevensma in Friesland, en Sevens in Vlaanderen.

Immers Ros, Rose is een oud-germaansche mansvóórnaam, die als zoodanig in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch vermeld wordt. Overigens, de vrouelike en de verklein-form van dezen naam, Rosa, Roosje, is als vrouenaam by ons nog wel in gebruik.

Luurtsema eindelik en Luursema zijn met de geslachtsnamen Luurts, Luurs, Luirs, Lührs en Luyrink afgeleid van twee verschillende, maar na-verwante oud-germaansche mansvóórnamen. Te weten: van Luithart, Ludehart en van Luiter, Luther, Lothar of Liudheri, waar Luurt en Luur afgesletene en samengetrokkene formen van zijn.

De mansvóórnaam Eige of Eigen is de oud-germaansche, door Förstemann vermelde naam Eigen, Agino, Agin. De naam Eiler is ook bekend, en eveneens in Nederland wel in gebruik. De volle, oude form daarvan is Agilheri, Eilher, en de enkelvoudige geslachtsnaam Eilers is er mede van afgeleid.

In Asman, enz. zie ik liever, met Förstemann, volgens diens Altdeutsches Namenbuch, een oud-germaansche mansvóórnaam, de zelfde waar aan ook de naam van het stadje Assmannshausen aan den Rijn zynen oorsprong dankt. De hedendaagsche Hollanders doen het niet meer, maar de oude Nederlanders in het algemeen onderscheidden wel degelik zeer scherp in hunne uitspraak tusschen asch en as.

Zoo ook komt het my aannemeliker voor om de geslachtsnamen Oome, Oomen, Ooms, Oomsz, Omenga, met de verkleinformen daarvan Ohmken en Oomkens, allen patronymikale formen, niet af te leiden van het woord oom, maar van den mansvóórnaam Ome, die nog heden wel eene enkele maal in onze friesche en saksische gewesten voorkomt, en die een byform is van Omme, Ommo, Ummo, Umo, allen oud-germaansche mansvóórnamen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek