Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 oktober 2025


De vraag kan gesteld worden of de overgang van zout- tot zoetwater geen schadelijke gevolgen zal hebben voor de oeverbewoners. De ervaring leert toch in het algemeen, dat lagere organismen niet blijven bestaan wanneer zij van zout- in zoetwater worden overgebracht.

Eene algemeene wet van vooruitgang, ontwikkeling, volmaking, opklimming, van verandering der levenlooze stof in levende en denkende organismen, is gegrift in het karakter der geheele natuur; aan die wet zijn de wezens onderworpen, hun bestaan brengt reeds hunne wijziging en ontwikkeling mede. Doch zetten wij ons onderzoek voort. Bij de kruipende dieren verdwijnen de pooten.

Zoo wonen wij van stap tot stap de ontwikkeling en den vooruitgang van het leven bij, terwijl iedere bijzonderheid van de vorming van nieuwe organismen zich aan onze blikken vertoont als eene openbaring van den oorsprong, waaruit alle thans levende schepselen zijn voortgekomen.

De bouw van het dier bepaalt zijne gewoonten, en de levenswijze werkt weer terug op de vormen. "Aan al die organismen ligt een gemeenschappelijke oorsprong ten grondslag, terwijl het verschil in vormen het gevolg is van de betrekking der organismen tot de buitenwereld.

Daarom zijn de dieren in staat zich te bewegen, terwijl het grootste aantal planten haar geheele leven onbewegelijk zijn. Vóór dien stap voorwaarts, waren de organismen noch planten, noch dieren, hoewel zij reeds samengestelder waren dan de moneren en de amoeben. Er bestaan nog heden talrijke afstammelingen van die wezens, die een ieder kan bestudeeren.

Ik beschouw dit feit niet alleen als het merkwaardigste voorbeeld van instinct, waarvan ik ooit gehoord heb, maar ook als eene aanpassing in lichaamsbouw tusschen twee in het schema der natuur blijkbaar zoover van elkander staande organismen, als een kreeft en een kokosboom.

Men meent diezelfde organismen ook gevonden te hebben in Ierland, Zweden, Boheme en Beieren. Hoewel nu het bestaan van die organismen niet volkomen zeker is, zoo staat het toch vast, dat de eerste organismen in die periode gevormd zijn. Wij mogen dus aannemen, dat wij op den drempel staan van het gebouw des levens.

Laten wij, om te beoordeelen, of het soort-begrip eenigen waren grond heeft, terugkomen op onze reeds uiteengezette beschouwingen. Zij doen ons zien: 1e. Dat alle organismen van den aardbol in veel tijds letterlijk door de natuur zijn voortgebracht. 2e.

Zij zijn niet grooter dan duizendsten van millimeters. De aard van die organismen staat nog niet volkomen vast, maar hetzij zij het onvernietigbare leven in zich dragen, zooals door sommigen beweerd wordt, hetzij zij alleen dienen voor den bouw der wezens, zij moesten hier, al is het slechts oppervlakkig, aangestipt worden. Maar moneren, cellen, micrococci, zij alle zijn uit iets gevormd.

De eerste levende organismen moeten zich dus gevormd hebben in de rustige poolstreken, die toen door eene reusachtige zon verlicht werden. Het is zelfs hoogst waarschijnlijk, dat de zon zich gedurende de laurentische periode, waarin het leven zijne intrede op aarde gedaan heeft, nog niet ver binnen de loopbaan van Venus verdicht had.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek