Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 oktober 2025


De veeren van de bovendeelen zijn olijfbruin, op de schouders en de dekveeren met metaalachtigen weerschijn; de staartwortel, de onderborst en de buik zijn wit; de roodachtig gele keel wordt door een bruine ring omlijst. Het oog is donkerbruin, de snavel zwart, aan den mondhoek koraalrood, de voet zwartbruin. De Vorkstaartpluvier kan uitmuntend loopen, maar nog beter vliegen.

Het mannetje is op den kop en in de keelstreek glanzig viooltjesblauw, op de bovenzijde grijsachtig olijfbruin, op de onderzijde wit, aan de zijden olijfbruin. In het midden van het keelschild staat een langwerpig driezijdige vlek van iriseerende, groene kleur, die van de lichte onderzijde door een fluweelachtig zwarten band gescheiden is. Totale lengte 12.5, staartlengte 6 cM.

De bovendeelen zijn groenachtig olijfbruin, de kuif op 't midden van den bovenkop en de onderdeelen, met uitzondering van de witte keel en borst, zijn zwavelgeel; het voorhoofd en een wenkbrauwstreep zijn wit, het overige gedeelte van den bovenkop, de teugel en de wangen zwart; de vleugeldek- en staartveeren hebben een roestrooden, de slagpennen op de buitenvlag een roestrooden, op de binnenvlag een breeden, roestgelen zoom.

De Fluiter onderscheidt zich van zijne verwanten door een diep uitgesneden staart; zijn rugzijde is geelachtig groengrijs, de buikzijde zuiver wit, behalve de kin, de keel, de voorborst en de, onderste vleugeldekveeren, die, evenals de zijden van den kop en een tot aan de slapen reikende streep boven de oogen, een bleekgele kleur hebben; de slagpennen en de staartvederen zijn olijfbruin, naar buiten met smalle groene, naar binnen met witte randen; de pooten zijn roodachtig bruingeel.

De veeren van de bovenzijde zijn olijfbruin, met een zwak olijfgroen waas aan de oppervlakte, met donkerbruine, uitvloeiende schaftstrepen geteekend; de staartwortel is levendiger en meer effen van kleur; de onderdeelen, de wangen en een streep boven de oogen zijn fijn roestgeelachtig, een streep onder het oog en een tot aan de zijden van den hals reikende baardstreep zijn zwart, de slagpennen en staartveeren donker olijfbruin; de uiteinden van de armdekveeren en van de grootste vleugeldekveeren hebben een lichteren rand, waardoor op den vleugel twee onduidelijke dwarsbanden ontstaan; de buitenste staartveeren zijn aan de buitenzijde wit met dofgekleurde spits.

De bovenzijde is vaal olijfgroen; de rand van het voorhoofd en een streep boven de oogen zijn lichter van kleur; de veeren van den bovenkop zijn geel, die van de kruin lang en schel oranjekleurig, aan weerszijden door een groote, overlangsche streep begrensd; de onderdeelen zijn roestgeelachtig wit, de slagpennen en de staartvederen olijfbruin, de armpennen hebben aan de binnenzijde een witten rand en achter den geelachtig witten wortel van de buitenvlag een zwarte dwarsstreep, de achterste bovendien een witte vlek aan de spits; de dekveeren van de armpennen en de voorste van de dekveeren der voorafgaande reeks zijn aan de spits met een breeden, geelachtig witten rand versierd, waardoor twee dwarsbanden ontstaan.

De jongen zijn grootendeels zwartachtig olijfbruin, van de keel tot op den krop witachtig. Het donskleed bestaat op den bovenkop uit roode, op alle overige lichaamsdeelen uit zwarte, wolachtige veeren. Totale lengte 47, staartlengte 8 cM. In Europa en Middel-Azië komt de Meerkoet overal voor, bovendien treft men haar 's winters in geheel Afrika, Zuid-Azië en Australië aan.

Zijn grootte is ongeveer gelijk aan die van den Scharrelaar; de lichaamsbouw schijnt echter meer ineengedrongen. De kop en de achterhals zijn olijfbruin, de mantel, de schouders, de vleugels en de onderdeelen meer of minder donker zeegroen; een groote vlek op de kin en de keel is donkerblauw.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek