United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het vederenkleed van den Rotsklimmer is grootendeels aschgrauw, de keelstreek in den zomer zwart, in den winter wit; de slagpennen zijn zwart, met uitzondering van de wortelhelft van de derde tot de vijftiende slagpen, die een prachtig hoogroode kleur heeft, evenals de kleine vleugeldekveeren en een smalle zoom aan de buitenvlag van de groote dekveeren; de stuurpennen zijn zwart met een witten zoom aan de spits.

De naam Mono of Monnik, wordt door de Brazilianen aan dit dier gegeven wegens zijn gewoonte om de keelstreek op te blazen, waardoor de lange veeren van de keel als een baard te voorschijn komen. De naam "Manneke", dien de Nederlandsch sprekende bewoners van Suriname geven aan de Pipra's, welker keelvederen verlengd zijn en door haar losheid op zijden draadjes gelijken, heeft dezelfde beteekenis.

Het mannetje is op den kop en in de keelstreek glanzig viooltjesblauw, op de bovenzijde grijsachtig olijfbruin, op de onderzijde wit, aan de zijden olijfbruin. In het midden van het keelschild staat een langwerpig driezijdige vlek van iriseerende, groene kleur, die van de lichte onderzijde door een fluweelachtig zwarten band gescheiden is. Totale lengte 12.5, staartlengte 6 cM.

Hij bewoont Ecuador, Peru, Bolivia en Chili. De bovendeelen zijn metaalachtig groen; de kop is koperkleurig; de onderdeelen, de keelstreek en het midden van de borst zijn bronskleurig groen, de zijden iriseerend lichtgroen. Achter ieder oog staat een kleine, witte vlek. De slagpennen zijn purperbruin, de stuurpennen donkerbruin met metaalglans.