United States or Cabo Verde ? Vote for the TOP Country of the Week !


In het laatste nestje vond hij een verstijfd poppeken, doodgebroed op drie eitjes. Snepvangers nam het vogeltje, streelde het over de bleekgele pluimen, bekeek het bekje, probeerde de oogjes open te trekken. Madame had medelijden met zijn verdriet. Leg het nu maar weg, Snepvangers, 't is toch dood...

De kleur van de korte, ruige, dicht aanliggende vacht is aan den kop, den hals en de zijden van den romp geelachtig, en bevat vele lange haren met witte spitsen; over den rug loopen vijf overlangsche, zwarte streepen, die strooken van ongelijke breedte begrenzen: de middelste is boven de ruggegraat gelegen, de beide volgende strekken zich van den kop tot aan de achterpooten uit, daartusschen bevindt zich een bleekgele strook.

Als de zon eenigen tijd achtereen onafgebroken heeft geschenen en riethalmen en verdorde bladeren van watergewas heeft gedroogd, wordt de smeulende gloed wel eens een vlam, die overwaait op den weg en zijn turfachtigen grond in brand zet. Het komt voor dat mijlenver die smalle strook aarde in rook en bleekgele kruipende vlammetjes verandert. Een neergudsende regenbui bluscht den brand weer.

In de gloeiende valleien bloeiden de duinrozen en zagen met hun duizenden bleekgele kelkjes in het zonlicht. Ook bloeiden er vele andere bloemen, helder blauwe, gele en purperen, zwoele hitte lag in de kleine dalen en koesterde de geurige kruiden. Sterke, harsachtige geuren hingen in de lucht.

Het groene gras was mat, overstroomd met de wegduikende bleekgele boterbloempjes, bespat met de witte stippen der madeliefjes, een stilstaande stroom, waarop de roode bloemenrondtes neêrgespreid lagen.

Boven gekomen, uit het helle halfdonker der trap die als een groot keldergat achter hen terug daalde naar de gang, bleven beiden een oogenblik staan, versuft, met een onwillekeurig dichtknijpen der oogen, verblind, overrompeld weêr door het licht, dat met de gloeiing van een heet vuur hing boven de Plaza. Voor hen uit kromde zich om de schijf van het bleekgele zandperk de zonzijde der arena.

De Fluiter onderscheidt zich van zijne verwanten door een diep uitgesneden staart; zijn rugzijde is geelachtig groengrijs, de buikzijde zuiver wit, behalve de kin, de keel, de voorborst en de, onderste vleugeldekveeren, die, evenals de zijden van den kop en een tot aan de slapen reikende streep boven de oogen, een bleekgele kleur hebben; de slagpennen en de staartvederen zijn olijfbruin, naar buiten met smalle groene, naar binnen met witte randen; de pooten zijn roodachtig bruingeel.