Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Allerlei denkbeelden en eerzuchten joegen haar door het hoofd, onder haar grove, blonde meidepruik. Denkbeelden, eerzuchten, die zij reeds zoo dikwijls zich bewust was geweest, sedert Nigrina zwaardvechtster geworden was. En dat mèt vergunning van den Keizer, haar neef, Domitianus.... Het leven was duf, zonder aandoeningen. Het leven in het Palatium was somber, sedert Domitia, de Keizerin en Domitianus, elkander steeds vijandig, nu elkander ha
Van waar kom je? vroeg Nigrina, wijdbeens en breedarms, haar mannevuist gesteund op de tafel. Van het paleis van den Keizer, edele vechtster! blufte Cecilius, waarop de dominus, dadelijk opgestaan, verschrikt hem fluisterde in het oor: Pas toch op: die patricische dáár komt werkelijk uit het paleis van den Keizer!!
De Keizer zal niet verschijnen, hoorde ik, zeide Frontinus; Domitianus is ziek.... Hij moet gisteren, na den moord op Nigrina, als bezeten geweest zijn; hij houdt zich verborgen.... Gegroet, Quintilianus; gegroet, Tacitus! De Keizer? Neen, de Keizer zal niet verschijnen, verzekerden Tacitus en Quintilianus.
Intusschen gingen aller oogen naar haar uit. De eene.... Dat is Nigrina.... fluisterde een weggeloopen slaaf tot een dief, in zijn mantel gedoken.
Nigrina.... Vermoord!! Keèl afgesneden!.... Is de moèite waard zwaardvechtster te zijn om vermoord te worden door een dièf! Of een weggeloopen slaaf!! Door wiè? Een dièf?.... Weggeloopen sla
De Keizer, na een gril, die geen twee nachten geduurd had, zag niet naar haar om, sprak zelfs niet tegen haar meer.... Domitia behandelde haar soms als een slavin.... Domitilla, 's Keizers zusterkind, eveneens.... Als zij Nigrina niet had gehad en de nieuwe emotie der vriendinne-passie, had zij nièts gehad van levensbelang in dat duffe, doffe bestaan, met die dreiging steeds boven aller hoofden van des Keizers plotse ongenade.... De Suburra, de kroegen, de bordeelen, Nilus' taveerne, dat alles had Nigrina haar geopenbaard.
Om zijn genepen mond ontbloeide plots een glimlach van stralend medelijden. Nigrina! riep Fabulla, steeds op de bloote knieën van Colosseros; wat werd die Christen móoi, toen hij zoo lachte!
Rondom hen bewonderden glimlachend de gladiatoren hen om hun moed, en in de verwarring wist Nigrina Fabulla van Colosseros weg te trekken. Plotseling, buiten, op straat, was een rumoer, een gegil, een geschreeuw. De taveerne-deur dadelijk door de matrozen van Ostia nieuwsgierig geopend, galmde het schreeuwen, gillen, rumoeren naar binnen. Het was voor het huis van den leno.
Om haar heure vrouwen en men wees ze elkaâr, zich voorover dringende op de breede treden van de Cacustrap. Domitilla naast haar....? Maar Nigrina is.... Sst! Zij spraken het niet uit, uit bijgeloof, uit eerbied voor de Megalezia èn voor mogelijke luistervinken in de menigte. Domitilla, zusterskind van Domitianus.... En daarnaast Crispina....? Ja, de zuster van Crispinus....
Wij zijn gekomen voor de feesten van onze Godin. Neapolis! smachtte Fabulla. Herinner je je, Nigrina, toen wij samen in Neapolis waren tijdens de Floralia en wij dansten er, na
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek