Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Soms heeft men uitzonderingen op dezen regel waargenomen: een Nachtegaal bouwde, naar Naumann verhaalt, zijn nest in een hoop dorre bladeren, die binnen in een tuinhuisje lag, een andere op het nest van een Winterkoninkje, dat ongeveer 1.5 M. boven den bodem op een dennentak was bevestigd.
Naumann beschrijft de broedkolonie op Sylt, die zich op het noordelijkste gedeelte van dit eiland bevindt, doch tegenwoordig slechts zeer zwak bevolkt is. De eieren liggen op het kale zand in een kleine uitholling, die door de Vogels zelf wordt uitgekrabd, op een niet grooten afstand van 't water. Op plaatsen waar vele nesten gevonden worden, zijn zij nauwelijks 60 cM. van elkander verwijderd. Ieder nest bevat 2, zelden 3 eieren, nooit meer. Deze komen in grootte en vorm nagenoeg overeen met die van Tamme Eenden. Zij zijn geel- of bruinachtig wit met grauwe en zwartbruine vlekken en stippen. Men neemt verscheidene malen eieren uit het nest en laat den Vogel eerst 8
"Nauwelijks heeft een grijze streep in het oosten den komenden dag aangekondigd," zegt Naumann, "of het voorspel van het gezang van de pas ontwaakte Boerenzwaluw trekt onze aandacht.
Het gezang is eenvoudig, maar toch niet onaangenaam; "de tonen klinken," naar Naumann zegt, "helder als een klokje", ongeveer als "stiti sietsietsidi" en "sitidoe sitidoe." Hoewel de Mees gezellig is, bejegent zij zwakkere dieren onverdraagzaam, ja zelfs boosaardig.
"Ik heb," zegt Naumann, "jaren beleefd, waarin een verschrikkelijk aantal Veldmuizen de groene en gele graanvelden met vernieling bedreigden. Ik schoot in die jaren geen enkele Kraai of Buizerd, die niet den krop met muizen gevuld had. Dikwijls heb ik er 6 of 7 in één Vogel gevonden.
Van de liefde van den Vliegenvanger voor zijn kroost verhaalt Naumann een treffend voorbeeld: "Eens ving een knaap een oud wijfje bij haar nest, waarin vier nauwelijks halfwassen jongen lagen en droeg alle te zamen in de kamer.
Het huppelt met luchtige sprongen snel, maar meestal met tusschenpoozen over den bodem of over horizontale takken heen; het fladdert van de eene twijg naar de andere; het vliegt zeer behendig, hoewel niet regelmatig; korte afstanden legt het half springend half zwevend of, zooals Naumann zegt, "snorrend" af; als het zich over een grooten afstand moet verplaatsen, volgt het een uit lange en korte bogen bestaande kronkellijn; zonder inspanning maakt het zwenkingen tusschen dichte struiken door, kortom het geeft bewijzen van groote behendigheid.
"Het mannetje, dat het eerst op het terrein aanwezig is," zegt Naumann, "kijkt verlangend uit naar een tweeden bezoeker; als deze toevallig geen lust in 't vechten heeft, wordt de komst van een derden, vierden enz. afgewacht; weldra vangt dan de ruzie aan.
Haar loktoon is een luide, ongewoon lang gerekte, met "tsie" overeenkomende klank; haar gezang wordt door Naumann zeer eigenaardig met stamelen vergeleken. Gedurende den zomer voedt ook de Rietgors zich bijna uitsluitend met Insecten, die in het riet of in en op het water leven; in den herfst en in den winter eet zij zaden van riet, zeggen, biezen en andere moerasplanten.
Het gefluit, dat zij soms laten hooren, klinkt, volgens Naumann, als het blazen in de pijp van een sleutel; het schijnt, dat zij hierdoor een teeder gevoel te kennen geven. Hun gezang is zacht en onbeduidend; het wordt echter met ijver en oogenschijnlijk met inspanning voorgedragen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek