Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Het voorzetsel van en het verbogene lidwoord der zijn dikwijls in de maagschapsnamen samengefloeid tot een enkel woordje ver. Vermeer by voorbeeld, en Versluys zijn samengetrokken uit Van der Meer en Van der Sluys. Ook deze groep van geslachtsnamen is zeer talrijk. Die namen zijn vooral in onze zuidelike gewesten inheemsch, en dáár het meeste verspreid.
Holierook en Olierook zijn nederlandsche maagschapsnamen, die zekerlik door niemand zoo terstond zullen worden beschoud als afgeleid te zijn van plaatsnamen, ten zy dan van eenen engelschen naam »Holyrock", gelijk men eens heeft willen beweren, en tegenover my heeft staande gehouden. Maar deze naam werd door het volk al spoedig verbasterd en verkort.
De eerstgenoemde bynaam leeft nog in de maagschapsnamen Liebaert en Lybaert, en deze namen zijn zekerlik ontleend aan een wapenschild, dat den »liebaert" vertoonde, en als huisteeken aan eenen gevel pronkte. Waarschijnlik is de geslachtsnaam Luypaert eene verbastering van Liebaert. In allen gevalle zal deze naam ook wel aan een wapenschild op eenen gevelsteen ontleend zijn.
Ook de namen van zulke bedryven zijn tot geslachtsnamen geworden voor de nakomelingen der mannen, welke die kostwinningen in hunnen tijd uitoefenden, en daar naar toenamen verkregen. Zie hier eenigen van deze maagschapsnamen: De Waard en De Weerdt met Casteleyn, Kastelein en Hospes; Tapper, Wijnschenk en Bierschenk.
Voor wy overgaan tot het behandelen van andere patronymika, moeten hier nog twee zonderlinge en byzondere maagschapsnamen vermeld worden, die eveneens tot deze saksische inknamen behooren. Namelik: Gyseweenink en Janweenink. De lieden die deze namen, welke ook in de saksische gouen van Gelderland inheemsch zijn, dragen, heeten eigenlik eenvoudig Weenink; zy zijn oorspronkelik Weeninken.
Het is te meer te verwonderen dat dit veld van taal- en geschiedkundig onderzoek in de Nederlanden zoo braak ligt, als men in aanmerking neemt aan den eenen kant de zeer byzondere en eigenaardige belangrijkheid der nederlandsche maagschapsnamen in taal- en geschiedkundig opzicht, en aan de andere zyde waarneemt dat onze hoogduitsche stamverwanten reeds zoo veel belangrijks en merkweerdigs over hunne geslachtsnamen in verschillende, meestendeels wetenschappelike werken, aan het licht gebracht hebben.
De geslachtsnamen Ten Kate en Ten Cate, hier bovengenoemd, die geenszins zeldzaam en aan verschillende geslachten eigen zijn, geven my aanleiding te dezer plaatse eene kleine, byzondere groep van maagschapsnamen te bespreken. Die groep bevat de namen welke met dit woord kate zijn samengesteld. Kate of kaat is een nedersaksisch woord, dat hut of kleine, geringe boerewoning beteekent.
Ook de maagschapsnamen Veerman en De Veirman behooren in deze afdeeling. En naar myne meening is dit ook het geval met den geslachtsnaam Schuttevaer. Immers meen ik dezen naam te moeten houden voor eene verbastering van het oud-nederlandsche woord Scutevarer, schuitevaarder, of, in het Friesch skutefarjer.
Men onderscheid in de veenstreken, naar mate van den byzonderen aart van het veen, roodveen, witveen en zwartveen. Van daar deze maagschapsnamen.
Vier zonderlinge geslachtsnamen zijn my bekend, allen in de zuidelike gewesten inheemsch, en waar van er twee goed-latynsche en twee quasi-latynsche formen vertoonen. Oculorum en Sanctorum zijn maagschapsnamen van zuiver-latynschen, Springorum, met Stekelorum en Stikkelorum van nagebootst-latynschen form.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek