United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het eerstgenoemd product is zoo fijn, dat men daarvan ongetwijfeld uitmuntende weefsels zou kunnen maken, als men er genoeg van kon krijgen. Van de staarten maken de Eskimos vliegenverdrijvers en van de huid een goed schoeisel. De meeste onderscheiden zich ook door een kossem aan den hals. Hun geraamte heeft zeer plompe en krachtige beenderen.

De romp van de leden dezer groep is plomp en zwaar gebouwd, de hals kort en gedrongen, de kop groot; de staart gelijkt op dien van van een Rund; de huid van het voorste deel van den hals is tot een ver naar beneden hangende kossem verlengd; de hoornen, die bij beide geslachten voorkomen, zijn achterwaarts gericht in het verlengde van de aangezichtslijn, tamelijk recht of zwak gebogen en sterk gedraaid, gelijk uit de schroefvormig er omheen loopende kiel blijkt.

De Amerikaansche Eland door de Engelschen Moosedeer, door de Amerikanen van Franschen afkomst Orignal genoemd (Alces americanus) onderscheidt zich van den Gewonen hoofdzakelijk doordat de oogspitsen duidelijk gescheiden zijn van de diep ingesneden, platte geweikroon, door den zwak behaarden kossem aan de keel en door de donkerder kleur van het vel. Nog zijn de dierkundigen het er niet over eens, of hij als een afzonderlijke soort moet worden beschouwd, hoewel sommigen niet alleen aan het vel, maar zelfs aan de gerookte achterbouten van het dier verschil meenen te bespeuren. De geweien van het "Moshert" zijn forscher en zwaarder dan die van onzen Eland; zij bereiken zelfs een gewicht van 30

THESEUS. Mijn honden zijn van 't echt Spartaansche ras, Breedlippig, geel; hun ooren hangen laag En vagen van het gras den morgendauw; Krombeenig, met een kossem als een stier; Niet snel, maar bij het blaffen fraai gestemd Als klokkenspel. Welluidender geblaf Klonk nooit bij jachtgeroep of horenschal, In Creta, Sparta noch Thessalia; Beoordeel 't zelf! Doch wat zijn dat voor nimfen?

De oorschelp is zeer breed en van binnen met lange haren begroeid. De groote oogen staan zijwaarts. De hals is kort en dik en met een langen kossem voorzien. De romp is betrekkelijk kort, het voorstel meer ontwikkeld dan het achterstel. De voorborst is breed, de schouder breed en gespierd, dikwijls eenigszins steil geplaatst. De ribben zijn meestal goed gewelfd en de flanken gesloten.

Bovendien wijzen de evenredigheid der verschillende lichaamsdeelen, de horizontale rug, de hooge plaats aanhechting van den staart en de vorm en uitgebreidheid van den sterk geplooide kossem bij oude stieren, mijns inziens, op een sedert langen tijd door den mensch uitgeoefenden invloed op den vorm dezer Runderen, misschien wel hierop, dat zij afstammen van dieren, die in overouden tijd getemd waren.

De neus is recht; de groote oogen hebben een min of meer slaperige uitdrukking; de lange oorschelpen zijn slap. De hals is zeer lang, de kossem kort, de schoft laag, het kruis verheven, de heup zeer breed met sterk uitstekenden darmbeenrand, het kruis naar achteren afhellend, de staart diep aangehecht, de borst smal.

De horens, die in den regel alleen bij den ram voorkomen, zijn forsch, bij den wortel reeds zij- en rugwaarts gekromd, vervolgens naar boven gedraaid; zij vormen zoo een uit twee schroefwindingen bestaande spiraal. De hals is kort en dik, sterk geplooid, van onderen met een "kossem" voorzien, aan de keel kropvormig gezwollen.