Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 oktober 2025


In Januari 1900 achtte het besturend comité het oogenblik gunstig om grondwetsherziening voor te stellen ten einde daardoor tot algemeen kiesrecht te komen. Het wilde ongetwijfeld de voorgestelde eischen met betrekking tot de kieswet als verkiezingsleuze gebruiken voor het volgende jaar.

In 1901, toen een voorstel door tien leden van de Storthing ingediend, om het gemeentekiesrecht voor mannen algemeen te maken, in behandeling kwam, zond de vrouwenkiesrechtvereeniging een verzoek in om dit recht tegelijkertijd aan de vrouwen te verleenen. 25 Mei 1901 werd dit verzoek ingewilligd, doch het gemeentelijk kiesrecht voor de vrouw werd alleen verleend aan belastingbetalende en met een belastingbetalend man gehuwde vrouwen, terwijl voor de mannen een algemeen kiesrecht gold.

Wel merkwaardig is het, dat die onverschilligheid voor het kiesrecht ook bestond bij de arbeiders, toen de beweging voor algemeen kiesrecht voor het eerst tot uiting kwam. De arbeiderspartijen klaagden daarover tijdens de grondwetsherziening van 1887.

Waar men in het bezit van het stembiljet ziet een verdedigingsmiddel om zich het recht op arbeiden, op een behoorlijk loon, kortom, om zich invloed op de regeering te verzekeren, en het thans aan alle arbeiders wil geven, omdat deze er behoefte aan hebben, omdat deze klasse van de maatschappij zich zonder het kiesrecht niet op voldoende wijze kan ontwikkelen op economisch gebied, daar kan men niet meer willekeurig een deel van de vrouwen van dat recht uitsluiten; immers, zij eischen op dezelfde gronden als de arbeiders dat recht op, en kunnen het evenmin als deze langer ontberen.

De tegenstand, dien meestal elke uitbreiding van kiesrecht van de zijde der kiezers ondervindt, vindt hierin zijn oorzaak. Men deelt een voorrecht niet graag met anderen, vooral niet als het daardoor steeds meer van zijn waarde inboet. Hoe beperkter toch het kiesrecht, des te grooter is zijn beteekenis.

Van Kimberley was dan ook indertijd het adres van de anti-kiesrechtsters uitgegaan, dat aan de regeering was aangeboden en waarin gevraagd werd het kiesrecht aan de vrouwen niet te verleenen. Toch was de zaal geheel gevuld met belangstellenden, toen wij 's avonds binnentraden.

De Uitlander kon het kiesrecht deelachtig worden. Het daarop betrekking hebbende wetsartikel luidde aldus: »Personen, van elders inkomende, kunnen tot de naturalisatie worden toegelaten, mits zij aan den veldkornet van hun wijk of aan den landdrost van hun district het bewijs overleggen dat zij minstens twee jaren hier te lande zich metterwoon hebben gevestigd, en gedurende dien tijd getrouw en gehoorzaam zijn geweest aan de wetten des lands, alsmede met overlegging van een certificaat van een bevoegden ambtenaar, ten effecte dat zij geen onteerend vonnis te hunnen laste hebben gehad."

Twee partijen, de sociaal-democraten en de vrijzinnig-democraten hebben de invoering van algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen op hun programma. De Unie-liberalen willen als einddoel wel het algemeen vrouwenkiesrecht, doch wenschen te beginnen met een beperkte invoering, mits deze niet on-democratisch zij, terwijl de vrij-liberalen als partij tevreden zijn met een beperkt vrouwenkiesrecht.

Het opkomen van den vierden stand tengevolge van verbeterd onderwijs en toenemende welvaart, was oorzaak, dat van verschillende zijden stemmen oprezen voor algemeen kiesrecht.

Het is immers een bekend en erkend feit, dat de belangen van die groepen der bevolking het best worden behartigd, welke door middel van het kiesrecht invloed hebben op de samenstelling der vertegenwoordigende lichamen. Wie dacht er b.v. aan sociale wetgeving, vóórdat het kiesrecht zoover was uitgebreid dat ook een breede schare van arbeiders werd toegelaten tot de stembus?

Woord Van De Dag

geschakeerde

Anderen Op Zoek