Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


Titus Andronicus, 't Romeinsche volk, welks echte en rechte vriend Gij steeds geweest zijt, zendt u hier door mij, Die als tribuun uit aller naam u toespreek, Dit opperkleed van vlekk'loos witte kleur, En kiest u, dat gij dingt naar 't keizerschap, Met dezen, zoons van de overleden keizer. Wees alzoo candidatus, sla dit om, En schenk aan 't hoofdloos Rome weer een hoofd.

De Aeneis toch was een Romeins nationaal gedicht, geschreven ter verheerliking van het Romeinse keizerschap om de stichting van het rijk aan het overoude, eerwaardige Ilium te verbinden en het onder de bescherming der eeuwige machten te plaatsen; dat alle avonturen van Aeneas, van de val van Ilium af tot de opoffering van Dido toe, schakels zijn in de keten van een goddelike wereldorde, die tot het Augustiaanse keizerrijk leiden moet, dat is de idee die grootheid en waardigheid, ethiek en pathos over alle personen en gebeurtenissen van het gedicht werpt.

In de maanden van inspiratie en van succes verwacht hij niet alleen herstel van carrière, maar ook een volksbeweging, die hèm aan 't hoofd van 't koloniale bestuur zal plaatsen: hij droomt met Sietske van het keizerschap van Insulinde en Sietske beleefde in hare verbeelding al de kroning te Buitenzorg.

Het vaderland was in gevaar, zeide hij; al de nationale gardes, al de aanhangers van het keizerschap moesten onder de wapenen geroepen, Parijs in staat van verdediging gebracht en tot het uiterste verdedigd worden.

Sinds hij in dit wetgevend lichaam was getreden, scheen hij de aangewezen persoon om in de toekomst minister van financiën te worden. Door zijn buitengewone kennis van geldzaken en zijn groote welbespraaktheid, wist hij zich meer en meer te doen gelden. Overigens was hij een hartstochtelijk voorstander van het keizerschap en had hij den keizer volkomen voor zich weten te winnen.

Haar hoog opgetrokken neusvleugels trilden; de vreugde van een triomf glansde over haar gelaat, en met forsche stem begon ze, terwijl ze den arm van den Viervorst schudde: "Cesar is ons welgezind! Agrippa is gekerkerd!" "Wie heeft het u gezegd?" "Ik weet het!" En ze voegde erbij: "'t Is wijl hij het keizerschap wenschte voor Cajus."

Woord Van De Dag

rudistae

Anderen Op Zoek