Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Sommige harten worden het best door droefheid ontsloten, en dat van Jo was bijna goed "voor den zak"; nog een beetje zonneschijn om de kastanje volkomen te rijpen en dan zou niet een jongen haar door ongeduldig schudden veroveren, maar een ernstig man de hand uitstrekken om haar zacht te ontdoen van den bolster, en den gaven, zoeten kern te bereiken.

Te midden van de dorre woestenijen van het Noorden van Spanje, die tegenwoordig bekend zijn als rijk aan mineralen, vindt men onverwachts weelderige en vruchtbare valleien, ingebed tusschen een steile, vulcanische bergketen, aan den voet waarvan dichte eiken-, kastanje- en dennebosschen verrijzen.

Men vindt 'er een groot aantal van in de verdronkene Savanen, en zy verschaffen een lekker eeten. De Roodborsjes zyn een zoort van dikke rood-staarten, en hebben het bovenste gedeelte van het lyf van eene donkere kastanje kleur, en al het overige van eene bloedkleur. Zy zyn zoo lekker als een leeuwrik, en op alle Plantagiën zeer gemeen.

Hy is geheel met harde stekels bedekt. De kop, de staart, en de pooten echter, hebben 'er geene. Deeze stekels hebben omtrent de lengte van drie duimen, een geele kleur by het lyf, een donker kastanje bruin in 't midden, en wit aan het einde.

Zulk een bosch van mapés levert een eigenaardig schouwspel op. Deze boom, waarvan de vrucht, goed gebraden, eenige overeenkomst in smaak heeft met onze kastanje, is door den eigenaardigen bouw van zijn stam en zijne takken, een der zonderlingste die men zien kan. De stam bestaat uit dunne, naast elkander gelegde strooken; de hooge, smalle wortels kronkelen zich als krullen onder de schaaf.

Hier nu ziet men bij iederen stap, dien men doet, overal weelde en overvloed, men bevindt zich als in een tuin van kastanje- en walnoteboomen; hier en daar komen cipressen en granaatbloesems te voorschijn: er heerscht hier eene zuidelijke warmte, alsof men zich in Italië bevond.

De reis met den spoorweg uit het Rhônedal zuidwaarts, geeft daar van reeds een denkbeeld, want verrukkelijk is het uitzicht op de groene voorgebergten, waarmee de hellingen met bruine dorpen en witte kapellen bezaaid zijn; op de wijnbergen, de golvende korenvelden, de kastanje en vijgenboomen, die zich over de hutten buigen; op de stadjes, aanleunend tegen de heuvels en zoo aardig zuidelijk van uiterlijk, en op de groote lijnen van het landschap, dat meer aan Italië dan aan Zwitserland doet denken.

Het levert een treurig en verlaten tafereel op; alles is even onvruchtbaar; men ziet er geen boomen dan hier en daar een kastanje, een moerbeziënboom of eenige kwijnende olijfboomen; maar de grond voedt de planten niet: alom aanschouwt men grijze of witte steenen; slechts daar waar de aarde eenige diepte heeft en de regen erin wordt opgenomen, ontwikkelt zich een weelderige plantenwereld, die een lieflijk verschil oplevert met de naakte bergen.

In dees broek voert hij met zich al wat de tijd opgeeft; dat wisselt af; knikkers, stuiters, ballen, een spijker, een aangebeten appel, een stukkend knipmes, een touwtje, drie centen, een kluit vischdeeg, een dolle kastanje, een stuk elastiek uit de bretel van zijn oudsten broer, een leeren zuiger om steenen mee uit den grond te trekken, een voetzoeker, een zakje met kokinjes, een grifje, een koperen knoop om heet te maken, een hazesprong, een stukje spiegelglas, enz. enz. alles opgestopt en in rust gehouden door een bonten zakdoek.

De West-Indische Abricoos is groot, en naar myn smaak de uitgelezenste van alle vruchten, welke men in deeze Volkplanting, en misschien in de weereld vindt. Van binnen is dezelve geel, en de pit is omwonden in een zoort van huid, even als de kastanje. Het vleesch van deeze vrucht is zoo voedzaam en gezond, dat men het zomtyds het merg der Planten noemt; en men eet het dikwils met peper en zout.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek