Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


Op dit uur ligt, tusschen de keerkringen, alles in diepe rust gedompeld: de wilde in zijne hut, de antilope in het bosch, de tijger in de jungle. Allen zoeken de schaduw en ontvlieden de loodrecht neerschietende stralen van de brandende zon. De kaimans alleen worden door de gloeiende hitte niet afgeschrikt, en juist om dezen tijd kan men hen langs den oever zien voortloopen.

Enkele monsterachtige kaimans beuren hun geschubden rug even boven het water op: hunne verschijning doet ons nog te meer het akelige van onzen toestand gevoelen. Hunkeren zij misschien naar het stoffelijk overschot van onzen vriend, dat daar roerloos in de hut ligt?

Aan den eenen kant is de loodrechte holle oever bedekt met groote boomen en tallooze palmen, die zich boven een roodachtigen muur schijnen te verheffen; aan de andere zijde is de holle oever begroeid met laag hout en omzoomd door eene zandbank, waarop een menigte kaimans zich in de zon liggen te bakeren.

Het maniokmeel, zorgvuldig in palmbladen gewikkeld, heeft niet geleden. De oever, waar wij aan land zijn gegaan, is zeer steil; het zand is op verschillende plaatsen omgewoeld. De kaimans hebben er diepe in kuilen gegraven; in een daarvan vinden wij vijf-en-veertig eieren. Deze eieren zijn zeer langwerpig van gedaante en grooter dan eendeneieren.

In de onmiddellijke nabijheid bevindt zich eene kleine inham, waar de prauwen kunnen aanleggen. De kaimans zijn hier nog zeer talrijk. Wee den reiziger, wiens prauw hier omkantelde: hij zou onfeilbaar den dood in de golven vinden. Wij strekken ons op den oever uit, want buiten het water hebben wij van de kaimans niets te duchten.

Hij is lijdende en vermagerd. 9 November. De kaimans laten ons sedert een paar dagen met rust. Zou dat de uitwerking zijn van onze broze borstwering? Sedert gisteren hebben wij een heuvelketen in het gezicht, volkomen gelijkende op die, door welke wij den tweeden November gevaren zijn.

De schipper heeft al zijne bekwaamheid en al zijne tegenwoordigheid van geest noodig om te beletten dat het broze vaartuig omkantelt of medegesleept wordt naar den bruisenden waterval van Sardinel. Ter wederzijde liggen groote kaimans op de loer, uitziende naar de visschen en andere dieren, die met den snel voortschietenden stroom worden medegevoerd.

Het verdient wel vermelding, dat men nooit een dezer laatste dieren in den omtrek van San-Fernando heeft aangetroffen, terwijl toch de Guaviare, die niet meer dan achthonderd meters van de plaats verwijderd is, van kaimans wemelt.

Hoe verder wij komen, des te talrijker worden de kaimans; somwijlen zag ik er twintig en meer bijeen op eene enkele zandbank. Hun lange staart heeft ter wederzijde donkere strepen, even als de huid van een tijger.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek