Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 oktober 2025
Mijne moeder reikte hem hare hand toe; zij hield veel van den ouden, eerbiedwaardigen man, die zoo menig uur bij haar zat, en, met veel wijsheid, de ondervinding van zijne grijze haren voor haar uitstortte, en die tevens levendig en vroolijk genoeg was, zoodat er hier en daar een weinig poeder tusschen door stoof; als hij van zijn' studententijd in Jena vertelde, wat hij en zijn broeder, Adolf Diederik "de professor juris utriusque in Rostock, kindlief!" in een studentenclub zoo al uitgevoerd hadden.
Myn kind, gy zult de roem noch van uw afkomst weezen. Kom, kom myn eenigste, myn Dochter, kom myn bloed, Nu zie ik, dat gy wel bewaaren zult uw goed. Wat mag uw vader niet van uwe jaaren hoopen! Myn kind, ’k zal u van daag het Corpus Juris koopen; Maar scheur d’Explooten niet. IZABEL. Wel zeg haar dat ze my Plazier zal doen; dat ik haar uittart; zeg dat vry. JERONIMO. Versteur je niet.
De regeling, die het artikel geeft, is hoogst eenvoudig. Twee categorieën van werken worden onderscheiden: 1o zij die den naam van den auteur dragen, en 2o de pseudonieme en anonieme werken, die den naam van den uitgever dragen. Eene praesumptio juris dus, die de bewijslast ten gunste van den eischer omkeert.
Contr. illustr. etc. libri tres. De legibus etc. De justitia et jure. De justititia aliisque virtutibus morum. Opera omnia. Quaest pract. De justitia et jure. Disp. de lege, jure et aequitate. Methodia tractatio artis juris. 1615. De summo bono 1614 De legibus 1616. Principiorum juris libri quinque. Lips 1615. Wincler geb. 1579, stierf 1648. De lege naturae apodictica methodus 1577.
Ik slaap, leef en sterf met codices en de H. Boeken van 't corpus juris, nec non met 'n beetje toevoegsel van hedendaagsche parlementery. Best, opperbest! Maar meen niet dat die specialiteit u vrystelt van eerbied voor gezond verstand. Ik «ben» in koffi, reedery, assurantie. Ik «doe» in vetwaren, kurken, vleeschextrakt, oesters, eau-de-cologne ...
l. 1. c. 4. § 7. n° 3. Juris autem civilis occasionem dedit utilitas nam illa, quam diximus consociatio aut subjectio, utilitatis causa coepit institui. prol. 16.
D. liefhebberij-colleges hield; en of ik Smallenburg wel eens gezien had; tegen welke berichten hij de zijnen omtrent de Uitertsche Juris professores met eene eerlijkheid inwisselde, eene betere zaak waardig. Hij verzuimde niet den billijken Utrechtschen trots op prof.
Ten derde wat betreft de deugden door de wet van Mozes voorgeschreven en door Christus van zijne leerlingen gevorderd, zooals zijn de nederigheid, zachtmoedigheid, liefde, nog in een hoogere mate dan door de Joden, moeten zij door de Christenen beoefend worden. V. De "Determinatio Juris."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek