Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 mei 2025
Op Walcheren vindt men aan de beuk somtijds een rand van glasheldere koralen; bij de Nieuwlandsche meisjes komen die al meer voor en de Roomsch-Katholieke meisjes op Zuid-Beveland dragen reeds boven de beuk een kraag van gekleurde koralen. Doch Axel gaat in dezen het verst. De doek tusschen beuk en jak is een voornaam deel van de vrouwenkleeding alhier, evenals in andere streken van Zeeland.
De doove buurvrouw kwam binnen. Het was een lange, schrale vrouw, die het bovenlijf met een grooten hoek voorover droeg. Zij had mede een zwart kiepjen op, droeg een zeer lang sitsen jak, een groot wit schort, en een kalminken rok. Zij zette een klein schoteltje, met een hord toegedekt, op de tafel. "Is buurvrouw ziek?" vroeg zij op dien kennelijken doffen toon aan dooven eigen.
Honderd boerewagens, honderd roodwangige boeren met zilveren haken in de broek en gouden knoopen aan de das, die een dikke kuit tegen den disselboom uitstrekken; en de boerinnetjes netjes uitgestreken in lichtgroen en donkerrood, met wapperende linten aan de stroohoeden, met al het goud dat zij hebben aan 't hoofd, en de onderom van het jak vooral niet lager dan de schouderbladen.
De mouwen van het jak zijn wijd, saamgeregen aan de polsen. Dit jak heeft geen halsboordje. Die doek, die van met sterke kleuren bedrukte wol is gemaakt, heet "de plak". Nog zoo'n doek van dezelfde kleur, gaat, eveneens diagonaal gevouwen, over het hoofd, en wordt onder de kin vastgeknoopt, Om de hals gaat een zwart lint waaraan een kruisje, dat op de borst hangt.
Enkele paren schoven voorbij, ze keken schuw en beschaamd om hun verwaarloosde kleêren, hun boorden waren geel en het nuchtere morgenlicht druilde blauw op hun bleeke, uitgeputte gezichten, op hun slap vleesch met de kleuren van cadavers; aan den hoek van een steeg zag hij een vrouw in een oranjebroek en een wit gekreukt jak; zij stond voorover, leunend tegen een lantarenpaal; met gestrekten arm, hoog met den vollen greep der hand hield zij de ijzeren pijp omklemd.
Maar ook zij leefde niet naar de lusten des vleesches, noch trachtte naar de dingen die haar te hoog waren, zooals de wereldlingen die de grootschheid des levens en de begeerlijkheden der aarde naliepen, zij was een kind Gods en onderscheidde zich van de wereld door eenvoud van kleedij, zij bleef nog een rok en jak dragen, terwijl al hare buurvrouwen..."
Oude vrouwen dragen daar nog het halflange jak over een dikke, breede rok die helder violet is en van zoogenaamd "tirtei" is gemaakt ze dragen drie van die rokken over elkaar van dezelfde stof maar van verschillende kleur. De stof van die rokken is zeer zwaar. Ze dragen daarbij geen corset, maar een onderlijfje, en daar over het jak, dat van voren dicht gaat. Ze loopen op klompen.
De rest van het costume is een ouderwetsch jak, dat tot aan de knieën rijkt, over een zeer wijd geplooide rok en schort. In de nabije en oud-tijds zoo belangrijke vestingstad Sluis zijn wel een paar zeer mooie oude gebouwen uit de vervlogen glorie-tijd overgebleven, maar van een nationale kleedij is er geen spoor.
De borst wordt bedekt met een vierkant doekje, genaamd "voorspeld-doek", dat onder het oelof wordt gestoken. Daaroverheen wordt het meest bijzondere Hindelooper kleedingstuk gedragen "de wentke", de lange getailleerde mantel of jak, met lange mouwen, van gekleurde sits, en welk kleedingstuk de eigenlijke overkleeding vormt.
De naald is een gouden plaat, min of meer bladvormig, die onder de muts wordt geschoven en het voorhoofd omsluit. Wie getrouwd is, draagt de naald rechts; de ongetrouwden dragen haar links. Zij wordt echter niet veel meer gedragen, enkel bij buitengewone feesten. Het jak is thans zeer klein en van voren laag uitgesneden; de panden of de schoot, ook al weder klein, zijn onder de schort verborgen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek