Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Met andere woorden: zij waren tweevoetig, zooals de mensch en een groot aantal vogels, en sprongen niet, zooals de kangoeroes. Zij steunden bovendien niet op den staart, maar lieten dien eenvoudig slepen. De iguanodons, die plantetende dieren waren, moesten ten prooi verstrekken aan de groote vleeschetende dieren van hunnen tijd.

Eerst negen jaren later legde men de hand op eene verzameling beenderen, die tegelijk met tanden van eenen iguanodon gevonden waren. In 1834 werden enkele fossiele stukken te voorschijn gebracht, maar eerst in het jaar 1868 gaf Huxley eene tamelijk volledige beschrijving van het dier. Tot aan de ontdekking te Bernissart, had men nog geene geheele iguanodons opgegraven.

Het lichaam was door eene wapenrusting beschermd, die uit platen en dorens bestond, waarvan enkele 63 centimeters groot waren. Onder de vogelpootigen zijn ongetwijfeld de iguanodons de merkwaardigste. Wij komen daarop zoo aanstonds terug. Maar eerst moeten wij ons algemeen overzicht der dinosauren voltooien. De hypsilophodon had de grootte van eenen grooten hond.

Frankrijk was toen met Engeland verbonden, en daar waar thans de golven van het Kanaal rollen, strekte zich een vastland uit, met meren bedekt, die aan hunne oevers eenen rijken plantengroei bezaten, waarbij cycadeën, varens, naaldboomen de overhand hadden, en die bewoond waren door groote, grasetende, kruipende dieren, vooral iguanodons, en door buideldieren.

Van dien tijd af hebben wij afwisseling van jaargetijden, boomen met in den winter afvallende en in de lente zich weder vernieuwende bladeren. De bewoners der oude bosschen zijn verdwenen. De wonderlijke iguanodons, de vreemdsoortige reptielen met hunne fantastische vlucht, de reuzenhagedissen, die geheel vormlooze, ruwe, weinig sierlijke wereld is thans onder de fossielenrijke lagen begraven.

In de zeeën zwemt de logge ichthyosaurus met zijne ontzaglijke oogen en vreeselijke kaken; de plesiosaurus met zijnen langen hals, die met zijne lange pooten zwom, in de diepte der zee onderdook en dadelijk weer op de oppervlakte verscheen; de teleosaurus, monsterkrokodil van tien meters lengte, wiens gespleten muil, die eene wijdte had van twee meters, dieren kon verzwelgen zoo groot als ossen; de hyleosaurus, met zijn gepantserd schild, die de oevers onveilig maakte; terwijl op de eilanden, die uit het water verrezen waren, aan den voet der heuvels, aan den oever der zeeën, in stroomen en meren, in de met varens, cycadeën, araucaria's en verschillende naaldboomen versierde bosschen, de ontelbare soorten van dinosauriërs leefden, die in de secundaire periode de zoogdieren der tertiaire periode voorafgingen: atlantosauren, reusachtige grasetende viervoetige dieren van 30 meters lengte; brontosauren, sauropoden van 15 tot 20 meters; dicloniën, tweevoetige kruipende dieren van 12 tot 15 meters lengte; stegosauren, tweevoetige dieren van 10 meters; iguanodons, tweevoetige dieren met de klauwen van eenen vogel, en de vleeschetende theropoden: de megalosauren, ceratosauren, labrosauren, amphisauriden, compsognathen enz., kruipende dieren van elke grootte en gedaante, waarvan enkele half krokodil en half vogel waren, en die van het land en de zee, de oevers en de bosschen eene fantastische wereld moesten maken, waarvan wij ons thans geen denkbeeld meer kunnen vormen.

Na eenen zwaren arbeid van drie jaren en uitgravingen op eene diepte van 322 tot 356 meters, had men 29 iguanodons, waarvan een groot gedeelte in hun hun geheel, 5 krokodillen, 1 salamander en duizenden visschen, opgegraven . In vorm, houding en gang gelijken zij op eene reusachtige kangoeroe. Hun kop is betrekkelijk klein en gelijkt op die der éénhoevige dieren.

De dinosauri worden nog vertegenwoordigd door de iguanodons, de megalosauri, de hyleosauri, de pelorosauri en vooral door de reusachtige mosasauri. De krokodillen, de afstammelingen der hagedissen uit de Juraperiode, verschijnen thans, om tot op onze dagen te duren. De visschen en de amphibiën schijnen niet talrijk geweest te zijn, hoewel men hier en daar enkele overblijfselen vindt.

Wij zullen de uitstekende beschrijving weergeven, die de heer Dollo, de aan het Museum te Brussel verbonden natuuronderzoeker, daarvan gegeven heeft. De eerste ontdekking van overblijfselen van iguanodons, dagteekent van het jaar 1822. Die tanden waren zóó merkwaardig, dat zij reeds door hunne zonderlinge gedaante de aandacht van den oppervlakkigsten waarnemer zouden getrokken hebben.

De iguanodons waren dikwijls tien meters lang; de grootste heeft eenen kop van 1,20 meters en de voorpooten waren 2,50 meters lang.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek