United States or Botswana ? Vote for the TOP Country of the Week !


De cheropotamus komt in de gipsgroeven bij Parijs voor, naast de paleotheriums en de anoplotheriums, maar hij is veel zeldzamer. Zijne achterste kiezen zijn van boven vierkant, van onderen rechthoekig en hebben vier kegelvormige verhevenheden, omgeven door kleinere bulten. Zijne hoektanden zijn klein. Hij was zoo groot als een varken.

De anoplotheriums, die men in de gipsgroeven buiten Parijs gevonden heeft, hebben sommige karaktertrekken, die men bij geen enkel ander dier terugvindt; pooten met twee toonen, waarvan de middelhandsbeenderen niet met elkander vereenigd zijn zooals bij de herkauwende dieren, en tanden, die tegen elkander aanliggen,, zooals dit thans alleen bij den mensch het geval is.

Men heeft ook in andere streken van Frankrijk paleotheriums gevonden: te Puy-en-Velay, in de gipshoudende mergel; in de omstreken van Orleans, in de mergellagen, en bij Issel in eene laag molasse. Maar vooral in de molasse van Dordogne komt het paleotherium even talrijk voor als in de gipsgroeven van Parijs.

Tijdens het grootste gedeelte der tertiaire periode verschilden de zoogdieren zeer veel van de tegenwoordige zoogdieren; zij waren nog in volle ontwikkeling. Staan wij een oogenblik stil bij de dikhuidigen, die de gipsgroeven in de omstreken van Parijs tot graftombe hadden. Montmartre en Pantin waren hun laatste toevluchtsoord.

Wij zullen ze in breede trekken beschrijven. Het is ééne der meest verspreide soorten uit die formatie. Reeds Cuvier schrijft, dat de gipsgroeven in de omstreken van Parijs er van wemelen: men vindt daar beenderen van zeven verschillende soorten.

De adapis had de grootte van een konijn; zij komt ook in de gipsgroeven van Parijs voor, en was nauw verwant aan het anoplotherium. Wij kennen dus bijna 40 uitgestorven dikhuidige dieren.

Onder die monsters was ook eene kaak, die hem herinnerde aan een stuk uit de gipsgroeven van Parijs, waarvan de indeeling hem veel moeite gekost had, en dat geleek op eene kaak door Gervais onder den naam van aphelotherium beschreven, maar waarvan het moeilijk was te zeggen, tot welke groep zij moest worden gerekend.

In de gipsgroeven immers vinden wij daarbij verscheurende dieren, knaagdieren, verscheidene soorten van vogels, krokodillen en schildpadden; die twee laatste dieren vindt men ook met de dikhuidigen in de molasse en de mergel van het midden en het zuiden van Frankrijk. Ook is eene vleermuis merkwaardig, te Montmartre ontdekt.