Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
De algemeene kenmerken van de Hazen zijn: een in de lengte gerekt lichaam met lange achterpooten, een lange, smalle kop met groote ooren en oogen, vijf teenen aan de voorpooten, vier aan de achtervoeten, dikke, zeer beweeglijke, diep gespleten lippen met dikke snorharen aan weerszijden en een dicht, bijna wollig haarkleed.
Na de slede te hebben opgetrokken, gingen we weer op weg. Thans hadden we met ons vieren 450 kilogram te trekken. Op het punt, waar wij dien avond stilhielden, was de gletscher sterk gespleten. Door met de ijsbijlen te peilen merkten we, dat er overal afgronden waren, met een dunne laag sneeuw bedekt.
Een klein kerkhof ligt binnen den muur; een groot erbuiten op de helling van den berg tusschen twee olijvenboschjes. Steeds had ik het uitzicht op Fez-el-Bali, het oude Fez, dat een opeenhooping is van terrassen op een steile helling. De versterkingen zijn in een vervallen staat, gespleten en gescheurd, niet veel meer dan onvoldoende afsluitingen.
Deeze vogel wordt alhier Ourou-coucou genoemd, om dat zyn geschreeuw met deeze woorden eenige overëenkomst heeft. Hy heeft ten naasten by de grootte van een duif. Zyn bek is geel en gekromd even als die van een valk; hy heeft een gespleten tong; zyne oogen zyn ook geel, en zyne ooren zeer zichtbaar. Hy heeft korte, sterke pooten met zeer puntige nagels gewapend.
Dit gewelf strekt zich onder het eiland tot aan den vulkaan uit, en is van den middelschoorsteen gescheiden door een muur, die tegen het gewelf sluit. Deze muur is gespleten en hier en daar zijn openingen waardoor het zwavelachtig gas, dat zich in den vulkaan ontwikkelt, kan ontsnappen." "Welnu?" vroeg Pencroff, wiens voorhoofd zich rimpelde.
Toen sprong hij op en greep den gespleten stok van den Vos; om Oliver heen loopend, bekeek hij hem van alle kanten, terwijl de Jood, zijn slaapmuts afnemend voor den verbluften jongen, de ééne diepe buiging na de andere maakte.
Het ziet er uit als een Paard met gespleten hoeven en een stierenkop; ook door zijne handelingen doet het aan zulk een bastaardvorm denken. Onmogelijk kan men den Gnoe een fraai dier noemen, hoe sierlijk ook de bouw van verscheidene zijner lichaamsdeelen is.
Hy heeft een vooruitstekende, sterke en kromme bek, een gespleten tong, een langen hals, en zeer korte pooten. Behalven het straks gemelde voedsel, eet hy dikwils slangen, en zelfs alles wat hy vindt, in zulk eene meenigte, dat hy somtyds moeite heeft om te vliegen.
Zijn Nederlandschen naam draagt het terecht, want het herinnert door zijn gestalte en zijne op borstels gelijkende haren duidelijk aan het Zwijn. Zijne kenmerken zijn: de kleine ooren, de gespleten bovenlip, het ontbreken van den staart, de korte zwemvliezen tusschen de teenen, de forsche op hoeven gelijkende nagels en de hoogst eigenaardige samenstelling van het gebit.
Een aantal lijken dekt Den grond, waar heen hy ziet, zoo verr' het oog zich strekt: Hier, strijdende gedood, met borst en voorhoofdschedel Gespleten; daar den rug, als vluchtende en onedel, Gekneusd: hier, hoopsgewijs, en 't wapen in de hand; Daar wijd en zijd verstrooid, als weerloos aangerand. Het bloed, op de aard gestald, maar rood, als versch vergoten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek