Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 oktober 2025
Ik dacht, dat alles zoude zyn ontdekt geworden: egter dagt ik best, aan de Negers te zeggen, dat zy zouden antwoorden: Killestein Nova, het welk de naam was van eene naby gelegene Plantagie, en men liet ons voor by vaaren. Kort daar na, kwam ik gezond en behouden te Fauconberg, alwaar ik JOANNA veel beter vond.
Deeze onwaardeerbaare en waare vriend, had zoo dra niet het bestuur van Fauconberg aanvaard, of hy liet JOANNA in myne tegenwoordigheid komen: hy verzekerde my, dat hy niets ontzien zoude, om ons beiden dienst te doen, en dat hy tans meer dan ooit daar toe het vermogen had. Ik verzogt hem zyne belofte gedachtig te zyn, welke hy naderhand op de edelmoedigste wyze steeds is naargekomen.
De Opzichter deezer Plantagie was een Jood, genaamd SCHOULTS, die het bevoorens op Fauconberg geweest was. De muitelingen verscheenen aldaar eensklaps, en maakten 'er zig meester van, zy bonden SCHOULTS, plonderden het huis, en begaven zig tot dansen, en het maken van goeden cier, alvoorens zy dagten om over hunnen gevangen te beschikken.
Ik kwam vervolgens met myn brief aan den oever der Rivier, om aldaar een vaartuig te vinden; en tegen den middag bespeurde ik het open vaartuig van Fauconberg, het welk den Opzichter naar Paramaribo bragt: by ongeluk bekleedde hy dien post slechts zedert kort, en my niet kennende, wilde hy niet naar den oever komen, om myn brief aan te nemen.
De slaven van de Hoop en Fauconberg betoonden hunne achting voor JOANNA en haaren zoon, door aan haar gevogelte, wild, visch, eijeren en vruchten aan te bieden. De heer PALMER gaf ons eene groote meenigte Indisch koorn tot voedzel voor ons gevogelte.
Te gelyker tyd schreef ik den volgenden brief aan de heeren PASSELAIGE, vader en zoon: "MYNE HEEREN! Ik heb van den heer LOLKENS, Bestuurder der Plantagie Fauconberg, vernomen, dat gylieden daar van tans eigenaars zyt.
Ik dacht, dat alles zoude zyn ontdekt geworden: egter dagt ik best, aan de Negers te zeggen, dat zy zouden antwoorden: Killestein Nova, het welk de naam was van eene naby gelegene Plantagie, en men liet ons voor by vaaren. Kort daar na, kwam ik gezond en behouden te Fauconberg, alwaar ik JOANNA veel beter vond.
Ik kwam vervolgens met myn brief aan den oever der Rivier, om aldaar een vaartuig te vinden; en tegen den middag bespeurde ik het open vaartuig van Fauconberg, het welk den Opzichter naar Paramaribo bragt: by ongeluk bekleedde hy dien post slechts zedert kort, en my niet kennende, wilde hy niet naar den oever komen, om myn brief aan te nemen.
Zy noodigden my bovendien, om haar op de Hoop te laten komen, alwaar het verblyf haar aangenaamer zoude zyn, dan op Fauconberg, of te Paramaribo: men kan denken, of ik ook gaarne daar in toestemde; en aanstonds gaf ik aan de slaven last, om eene wooning van Latanusboomen-hout te maken, ten einde haar daar in te ontfangen.
Den eersten April, voer JOANNA de Rivier af, en kwam op de Hoop met het vaartuig van Fauconberg, door agt Negers geroeid wordende. Ik gaf haar dadelyk bericht van den inhoud van den brief, dien ik naar Holland had geschreven. Zy bedankte my met veel zedigheid, maar haare oogwenken waaren levendiger, dan haare gesprekken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek