Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
De ham wordt gekookt volgens No. 69, het vet er een weinig afgesneden, het zwoord weggenomen en zij dan gelegd op den daarvoor bestemden schotel. 7 1/2 ons rijst kookt men in krachtigen bouillon gaar, niet al te stijf, en zóó, dat de korrels in hun geheel blijven; hierdoor roert men een goed stuk boter, 4 geklutste eijeren en, des verkiezende, 1 ons geraspte parmesaansche of oude witte kaas.
Men kan ook de lever aan schijven snijden, die men in meel wentelt en in spekvet of boter, met eenige versche jeneverbessen, bakt; of wel, men wentelt ze in geklutste eijeren, met notemuskaat en zout, daarna in gestooten beschuit, en bakt ze in boter. Nierenbrood.
De spinachtige dieren, waartoe de kaasmijt behoort, ondergaan geene gedaanteverwisseling, gelijk die der meeste insecten; zij verwisselen echter meer dan eens van huid, en zijn gemeenlijk eerst na de vierde of vijfde vervelling in staat om te paren, na welken tijd het wijfje eijeren legt en die door een kleverig vocht uit den mond aan het ligchaam gehecht medevoert.
Men roert 16 eijerdoijers, 3 o., 7 1/2 lood suiker, het sap en de schil van 1 citroen en 3 l., 3 w. geraspte bittere amandelen, gedurende een half uur, zeer sterk, en altijd naar denzelfden kant, voegt er dan langzamerhand de aardappelen bij, en mengt er eindelijk het tot schuim geklopte wit van 14 eijeren en 2 goede lepels gezift aardappelmeel luchtig door.
Van eene koude ham hakt men het vleesch met eenig vet zeer fijn door elkander, neemt tegen een soepbord daarvan, 3 eijeren, een paar gestooten beschuiten en wat peper. Dit smeert men aan alle zijden op sneden wittebrood, die in melk met eijeren geweekt zijn; zij worden dan in gestooten beschuit of geraspt brood gewenteld en in boter gebakken. Mecklenburger ham.
Fijn rundergehakt. Men neemt evenveel rund- als varkensvleesch, dat men zoo fijn mogelijk hakt, en voor 5 ons vleesch voegt men er 1 1/2 ons boter, 2 eijeren, het wit tot schuim geklopt, en een paar in melk geweekte sneden wittebrood bij, waarvan de korst is afgesneden, met wat zout, peper, notemuskaat en foelie.
Daarop doopt men ze in geklutste eijeren met wat peper, wentelt ze in geraspt brood of gestooten beschuit en braadt ze met boter, in eene open pan, op een zeer zacht vuur, tot zij licht bruin van kleur zijn. Men moet ze dikwijls omkeeren; maar op een levendig vuur wordt deze soort van biefstuk hard en onaangenaam om te eten. Papegaaitongen.
Zeer spoedig en bijzonder klaar kan men haar krijgen door er het geklopte wit van een ei in te werpen, dat al het schuim in zich opneemt. Beslag met gist voor botergebak. Een kwart pond fijn meel wordt met een kopje laauwe melk, 2 eijerdoijers en wat zout beslagen, dan voegt men er nog 3 l., 3. w. gesmolten boter, het geklopte wit van de eijeren en 1 l., 6 w. met melk aangeroerde gist bij.
Men maakt een pannekoeken beslag van 1 o. bloem, 2 eijeren, 1 1/2 m. dikken zuren room, evenveel warm water, wat foelie, of citroenschil en zout.
Om boter tot schuim te roeren, zet men haar een oogenblik op den wasem van kokend water, waar zij week wordt, zonder te smelten, en wrijft haar dan met een houten lepel tot er blazen op komen. Om te voorkomen dat er soms een bedorven ei in een baksel mogt geraken, is het goed om de eijeren niet te breken boven den beslagpot, maar om ieder ei boven een afzonderlijk bord te openen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek