Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Schuimomelette. 3 1/2 l. bloem, 6 eijerdoijers, ruim 2 m. melk voor 1/3 deel met warm water vermengd en wat zout, beslaat men lang kloppende, en bakt het volgens No. 7. Zoodra de omelette bovenop droog wordt, spreidt men het zeer stijf geslagen eiwit er over, legt er een warm gemaakt deksel op en laat het zóó opstijven, waarna men er suiker over strooit.
Vervolgens giet men er, onder gestadig roeren, zooveel bouillon bij, als voor de vereischte dikte noodig is, benevens zout, notemuskaat of foelie, en als het kookt, nog evenveel boter. Men bindt de saus eindelijk met 2 eijerdoijers. Mieriksaus. De mierikswortelen worden geraspt.
Mayonnaise. Men neemt 3 hardgekookte eijerdoijers en een raauw doijer, roert die met 2 theelepels mosterd, 2 theelepels suiker, 1 theelepel vol geraspte chalotten, wat zout en peper, benevens het sap van 1 citroen, zoolang en zoo fijn tot het er als boter uitziet; dan giet men er, droppelsgewijze en steeds roerende, ruim 1/2 m.
Deze koek wordt gemaakt en gebakken als No. 26, doch men roert, tegelijk met de eijerdoijers, de volgende kruiderijen door de boter: 4 w. kaneel, 4 w. gestooten nagelen, 2 w. cardamom en eene geraspte citroenschil. Ook kan men er naar verkiezing 1 1/2 l. gesneden sucade en evenveel oranjesnippers bijvoegen. Te gelijk met het geslagen eiwit, mengt men er wat hertshoornzout door. Zie No. 22.
Vervolgens smelt men de helft van 1 o., 2 1/2 l. boter, en roert die op het vuur met 1 o., 7 1/2 l. meel en 1/2 k. melk tot het van de pan loslaat. Intusschen wordt de andere helft van de boter gesmolten, met 6 eijerdoijers, 1 o., 7 1/2 l. suiker en wat geraspte citroenschil gemengd en dan bij het bekoelde kooksel gevoegd, waar men het laatst het geklopte eiwit doorroert.
De saus wordt met eenige eijerdoijers gebonden, en dit geregt kan, met sneden taartenkorstdeeg, eene pastei vervangen. Fricassée in rijst, als pastei. Men kookt een pond gebroeide rijst, in melk en wat zout, zeer stijf, en doet die op, in een diepen schotel, in den vorm van een pudding, maar met eene holte in het midden, die men vult met kuikenfricassée volgens No. 17, zonder saus.
De eijerdoijers worden met de suiker, het sap en de schil van 1 citroen, en wat kaneel, met de garde, een kwartier lang sterk geslagen; dan het brood er in gestrooid en het eiwit er luchtig doorgeroerd. De koek wordt in een vorm een uur gebakken. Als het brood ouder dan een dag is, kan men wat minder nemen en eene portie van 8 eijeren gemaakt, is toereikend voor 6 personen. Chocoladekoek.
Hierin kookt men den paling gaar, doet ze op een gewarmden schotel, en roert dan morieljes, kappers of champignons door de saus, die men met eijerdoijers bindt en over de visch giet. Men legt een rand van feuilletédeeg op den schotel. Gemarineerde paling. Men snijdt den paling aan mooten, wascht ze goed, en zet ze gedurende een nacht, met zout bestrooid, in den kelder.
Suikerkoekjes. 2 1/2 o. boter wascht men uit, en roert ze dan op den wasem van een ketel dik; daarop voegt men er 8 eijerdoijers, 2 1/2 o. bloem, 2 1/2 o. suiker en een geraspte citroenschil bij en bakt het in vormpjes.
Dan kookt men 1 1/2 k. melk, en giet het aftreksel van genoemde kruiderijen door een zeefje daarin, laat alles te zamen even goed doorkoken, en bindt het met 4 eijerdoijers. Kandeel. Op 1 flesch rhijnwijn en 1 flesch witten wijn, met pijpkaneel en suiker naar den smaak gekookt, neemt men 4 geklutste eijerdoijers, die er zeer voorzigtig op het vuur worden doorgeroerd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek