Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Men werpt zich andermaal op de ondoordringbre spits, In nieuwen aanval en met dubbel volkgemis; Herhaalt het zevenwerf met steeds verdubbeld pogen, Terwijl de lijken vast tot stapels doôn verhoogen, 't Gedarmt' zich kronklend aan de legerspeeren hecht, Of, over de aard gesleurd, zich om de voeten vlecht Des strijders, die, verward, en in hun plooi benepen, Zich, struiklend, in den dood zijns makkers meê voelt sleepen.
De gieren schoten in al dichter kring Ter neder op de doôn: wie zou hen storen In 't gruwzaam maal? Een enkle vluchteling Doordwaalde 't woud, op 't glibbrig pad verloren, Tot de eenzaamheid hem wreeder scheen dan 't graf, En hij zich in des vijands handen gaf.
Daar was geen legermacht, daar was geen bende meer. Driehonderd strijders slechts, door lijken afgezonderd. Braveerden 't sterflot nog, uit dertigmaal driehonderd En hieven, afgemat, op heuvelen van doôn Een uitgeputten arm en knikkend hoofd ten toon.
Hiervoor hebben wij het vermoeden uitgesproken, dat wij in Doon de Mayence, Gwidekijn van Sassen en de Vlaamsche redactie van Aiol eer vrije bewerkingen van, uit Frankrijk afkomstige, epische stoffen te zien hebben dan vertalingen. Met meer recht mag men dit aannemen van Karel ende Elegast.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek