United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Verandering dient er dan evenwel ergens plaats gegrepen te hebben, en zou deze dan niet kunnen bestaan bij die geene zintuigelijke indrukken te weeg brengende bewegingen, het eigenlijke leven daarstellende, en wier er door bepaalde denking, het ligchaam voor die nieuwe levenstoestanden geschikt zoekt te maken?

Hetgeen op blz. 176 gezegd is, dat elk verschijnsel bevat zekere bijzonderheden bijv. het bijzondere van eenige daad van een persoon, voorts te gelijk iets meer algemeen, zooals bijv. de uiting van het karakter van dien persoon, in alle dergelijke daden die hij verrigt bevat, voorts nog iets meer algemeen, bijv. de algemeene uiting van den menschelijken aard enz., kan alsware naar beide zijden voortgezet worden, zoodat men naar de eene zijde steeds korter durende eigenaardigheden der verschijnsels ontmoet, terwijl naar de andere zijde, men steeds meer algemeene en langer aanhoudende eigenaardigheden er van te beschouwen heeft, totdat men eindelijk, zie blz. 171, bij het algemeenste, wat op het gebied van denking en beweging bestaat, zou teregt komen.

Geschiedt zulks en verandert de werking van elk dier machines, zoo is de denking van den toeschouwer niet veranderlijker dan de taferelen die hij aanschouwt; terwijl dit daarentegen wel het geval is, zoo hij die veranderlijke werking dan bij de eene en dan bij de andere machine beschouwt. Dit kan met op blz. 182 gemelde in verband gebragt worden.

De overige dier geene zintuigelijke indrukken te weeg brengende bewegingen, worden naar ons inzien bepaald door en bepalen eindige deelen eener oneindig groote eenheid van denking, behalve de geesten of eenheden van denking van menschen en dieren en hiermede verwante wezens op andere hemelbollen, in de totale veropenbaring der zelfstandigheid door denking bevat.

Zoo hebben wij bijv. het oerwezen met den ether vergeleken, terwijl ook bewegingen bij de massas der hemelbollen bijdragen om de veranderlijke denkbeelden van den oergeest te bepalen, en daarentegen veranderlijke bewegingen bij den ether voor een deel de denking der afgescheiden geesten kunnen bepalen.

Men dient hierbij wel te onderscheiden de wederkeerige bepaling der beweging en denking der zelfstandigheid van de overeenkomst tusschen hetgeen op het gebied der veropenbaring der zelfstandigheid door beweging en door denking bestaat.

Sprekende, om bij het gewone spraakgebruik te blijven, van wederkeerige werking tusschen ligchaam en geest, zoo is het klaar, dat elke verandering bij onze denking gepaard zal moeten gaan met zekere verandering bij de verschillende ligchaamsdeelen en omgekeerd.

Wel zijn de tot het domein der denking behoorende zintuigelijke indrukken in zekeren zin de bouwstoffen der denkbeelden, doch, even goed, als men deze eerst in eene en later in eene andere taal uitdrukt, kan men hen eerst uit deze en later uit andere zintuigelijke indrukken zamenstellen.

Van het eerste is natuurlijk het maximum op deze aarde beperkt, en met de wiskunde en logica is dit, door eene indirecte uitwerking van dit te laag staan der zintuiglijke aanschouwing met betrekking tot onze denking, insgelijks het geval.

Moet nu uit hetgeen wij opmerken, dat in de stoffelijke en zedelijke wereld plaats heeft, zonder dat de eigen denking van menschen of dieren daarvan de oorzaak kan zijn, de menschen niet evenzoo leiden om na te gaan of die verschijnselen al dan niet denking tot oorzaak hebben, of hiermede vergezeld gaan, een vraagstuk waarbij men, door middel van op zinnelijke waarnemingen gebouwde redeneringen, komt tot de vaststelling van iets dieper op buitenzinnelijk gebied gelegen dan de denking van andere menschen.