Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Plotseling, in het heetst van het gevecht, duwt zij d'Alençon met kracht op zij: »Ga gauw uit den weg«, roept ze hem nog toe, en wijzende op een groot kanon op de muren van de stad vervolgt zij: »die machine daar zou U dooden.« Degeen, die een oogenblik daarna d'Alençons plaats innam, kon niet meer gewaarschuwd worden en werd werkelijk gedood door een projectiel uit het bewuste kanon.
Merkwaardig is wel, dat dien dag de voorhoede van het Fransche leger en de hoofdtroep onder bevel staan van Poton, La Hire, d'Alençon en Dunois, terwijl men Jeanne met Gilles de Rais in de achterhoede heeft geplaatst. Dat men dit gedaan zou hebben uit angst, dat Jeanne in een hinderlaag zou vallen, lijkt mij niet waarschijnlijk.
Zij tracht nog met hare stem hare troepen tot een aanval te bewegen, maar de avond begint reeds te vallen, en d'Alençon met de reserve-troepen is te ver af, achter de »butte«; het is zeker te laat, om zonder de leiding van Jeanne nog over een ernstigen aanval te denken. Ondanks hare zware verwonding en het bloedverlies, dat zij geleden heeft, is Jeanne den volgenden morgen reeds vroeg in de weer.
Den volgenden dag, den 8en, heeft de eerste aanval op Parijs plaats. Het is zeer waarschijnlijk, dat d'Alençon, Gaucourt, de Rais en de andere bevelhebbers, nog gemeend hebben, dat een ernstige aanval niet noodig zou zijn, en dat na eenig machtsvertoon en een soort schijnaanval de hoofdstad hare poorten wel zou openen.
Zij weet, dat de heer van Richemont bekend staat als een van de meest geduchte veldheeren van het land. Doet men dan niet verstandiger, zijn hulp, die men zoo opperbest gebruiken kan, dankbaar te aanvaarden? D'Alençon laat zich ten slotte door de argumenten van Jeanne overreden en trekt den connétable met haar tegemoet.
Ook uit zijn brieven van die dagen spreekt nog altijd groote voorzichtigheid en een zekere angst om zich te veel bloot te geven, als hij den bewoners van de steden, die hem trouw bleven, op het hart drukt, God te loven en de dappere daden in Orléans bedreven in eere te houden en wel vooral die van Jeanne »die steeds en in persoon bij dat alles tegenwoordig was«. Maar na zoo'n koude douche willen wij ons weer even verwarmen aan het enthousiasme van d'Alençon en Dunois en de eerste over Jeanne laten verklaren: »Zij was zeer bekwaam in den oorlog, in het in slagorder brengen van de troepen zoowel als in het opstellen van de kanonnen.
Terwijl de Fransche troepen bezig zijn, het kasteel en de bastilles van de brug te omsingelen, ontvangt d'Alençon het onaangename bericht, dat de connétable Arthur van Bretagne, heer van Richemont, in aantocht is, en verzoekt, zich met zijne troepen bij de belegeraars te mogen aansluiten. Deze onverwachte verschijning brengt den jongen d'Alençon in eene zeer netelige positie.
Beiden jong, strijdlustig en vol geestdrift voor een zelfde zaak, zullen zij in het vervolg steeds goede kameraden zijn en in den mond van Jeanne zal d'Alençon steeds heeten »mon beau duc«. Intusschen is men te Chinon, op last van Karel VII reeds een voorloopig onderzoek naar Jeanne en haar verleden begonnen.
Zij wil het signaal tot een nieuwen aanval laten blazen, zij heeft geen rust, voor ook de hoofdstad veroverd is. Zij overlegt met d'Alençon en de andere chefs; er komen nog versterkingen aan.... maar dan opeens ontvangen zij bericht, dat de koning van geen nieuwen aanval op Parijs weten wil en dat het leger bij hem te St. Denis terug moet komen.
Een oogenblik is er nog van aarzeling, of men wel aan dit onverwachte en alles verstorende bevel zal gehoorzamen. Den volgenden morgen zelfs doet Jeanne met d'Alençon nog een verkenningstocht naar een brug, die d'Alençon in de buurt van St.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek