Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 november 2025
De Bey bleef souverein en regeert in overleg met een gevolmachtigd Fransch minister, die te Tunis resideert; bovendien ontvangt hij van het Fransche gouvernement een jaarlijksche toelage van 1.200.000 frs. De Franschen, die in Tunis wonen, zijn vnl. burgerlijke ambtenaren, militairen en kooplieden.
Belangrijke gebeurtenissen vernam men er pas als ze al eenigszins tot de geschiedenis behoorden; couranten las men in burgerlijke kringen zelden. Wie de poort uit wilde, moest naam en beroep laten registreeren door den poortschrijver, die er dan den hertog melding van maakte.
Burgerlijke- en militaire koloniën trokken buiten de muren der stad Rome, en maakten het geheele land, waarover zij zich verbreidden, gelijkvormig. De groote land- en militaire wegen, die de Romeinen in de Apennijnen in verschillende richtingen aanlegden, brachten er het hunne toe bij, om het geheele schiereiland in een maatschappelijk geheel te hervormen.
Daar heerscht Kant: hij was het, die de grondslagen der burgerlijke moraal in de sfeer der produktie klaar en principieel formuleerde. In dat andere gebied, de sfeer niet van verwerven maar van verbruiken, niet van arbeid maar van ontspanning, valt een milder licht van de aangezichten, de stemmen klinken zachter, de oogen hebben een zachteren glans.
De economische vooruitgang van een ras, zijn bestaan op zeker tijdstip, zijn bestendige vooruitgang sluit in zich de gezamenlijke werkzaamheden van al de ambachten, beroepen, kunsten, fabrieken, handel, uitvindingen, ontdekkingen en al de burgerlijke en militaire instellingen, waarvan het volk zich onderhoudt.
In het geheel dus schatte men in het begin van het jaar 1859 op meer dan honderd twintig duizend het aantal officieren en inlandsche soldaten die omkwamen, en op meer dan twee honderd duizend dat der burgerlijke inboorlingen, die met hun leven hunne dikwijls twijfelachtige deelneming aan dezen opstand boetten.
In de stedelijke wetgeving, in het muntwezen, in de burgerlijke standen zien wij, trots alle verscheidenheid in bijzonderheden, bij beiden zeer gelijke algemeene verhoudingen en vormen. Het oude Grieksche woonhuis, zóóals het door Homerus beschreven wordt, verschilt weinig van die, welke men in het hart van Italië altijd vond.
Eeuwenlang kenden wij ze reeds en wij hebben het kwaad trachten te beteugelen door burgerlijke, maatschappelijke en zedelijke wetten. Maar wij hebben het altijd als een daad van vrijen wil beschouwd en niet als een toestand van ziekelijke ontwikkeling. Wij hebben altijd gemeend dat het juist was dat mannen zoo waren, maar dat het verkeerd was dat zij zoo handelden.
Meer en meer zien wij ook in de poëzie, dat de burgerij zelf de ontwikkeling van haar zedelijk leven ter hand neemt, al blijft zij de priesters nog erkennen als middelaars tusschen haar en God. De burgerlijke dichters, die zich hier als woordvoerders der gemeente tot de gemeente richten, kiezen daartoe gaarne den weg van het verstandelijk betoog, de redeneering, de uiteenzetting, de waarschuwing.
Bosscha, Neerl. Heldend. I 20 zegt: "Hunne burgerlijke vrijheid echter verloren zij niet; want zij behielden het zwaard, het teeken der eer." Het denkbeeld van vrijheid kan dus bezwaarlijk alleen en op zich zelf beschouwd worden, maar is betrekkelijk, en dikwijls alleen geldig bij wijze van vergelijking met eene vroegere overheersching of met de overheersching, waaronder naburen zuchten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek