Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 mei 2025


Zoo beeldde men op sommige standaards heuvels, pijlen, visschen en andere dingen af. Dr. Budge meent, dat deze voorwerpen niet van fetischistischen, of totemistischen, oorsprong kunnen zijn. Dr. Budge kan, om een voorbeeld te noemen, er geen verklaring voor vinden, dat drie heuvels met een of anderen god in verbinding kunnen staan.

Het fundamenteele verschil tusschen de persoonlijke totem en die van een familie is nog niet geheel opgehelderd, maar het zal voor ons doel voldoende zijn de laatste te behandelen. De meest bekende tegenstander van de theorie, dat sommige godheden van het oude Egypte van totemistischen oorsprong waren is Dr. E.A. Wallis Budge, de welbekende Egyptoloog.

"Aldus", zegt Budge , "nam, tegelijk met de toenemende bekwaamheid bij de gewone metaalbewerking in Egypte, in dat land het geloof toe, dat tooverkrachten uit samenstellingen en verbindingen bestonden, en de wijze van behandeling der metalen en de kennis der scheikunde, op het gebied der metalen en hun tooverkracht, werden door den naam khemeia aangeduid, d.w.z. de bewerking van het zwarte erts; die werd als de werkelijke grondslag der gedaanteverwisseling beschouwd".

In zijn voorwoord van het reeds aangehaald werk zegt Budge: "dat de archeologen langen tijd beweerden dat het tijdperk van drie of vierduizend jaren, dat velen voldoende achtten voor de opkomst, den groei, de rijpheid en het verval van de oude Egyptische beschaving, onvoldoende was, en dat de schoone reliefwerken en schilderingen, en de reusachtige Pyramiden, die het werk waren der Egyptenaren van de IVe Dynastie, nooit voortgebracht konden zijn door een volk dat enkele honderden jaren tevoren volkomen of nagenoeg wild was.

Wanneer dit nu plaats vond is moeilijker te zeggen, en wij bevinden dat de Egyptologen zooals Flinders, Petrie, Budge, Maspéro, Wiedemann e.a. geen datums geven en eerst een bepaalde tijdrekenkunde volgens dynastieën invoeren sedert Menes. Dat het zeer lang vóór Menes plaats vond, blijkt uit het voorgaande.

De afbeeldingen van I-em-hetep doen vermoeden, dat hij van menschelijken en plaatselijken oorsprong was en hij oefende op de verbeelding der latere Egyptenaren, uit den Saïtischen en Ptolemaeïschen tijd, grooten invloed uit. Hij was inderdaad een soort van Egyptischen Harpocrates, iemand, die, zooals Budge vermoedt, vanwege zijn groote kennis als geneesheer, tot een god verheven is. Khnemu.

In zijn belangrijk werk handelende over Egyptische Magie, verreweg het meest duidelijke tekstenboek over dat onderwerp, zegt Budge: "de Egyptenaren geloofden dat, evenals de zielen van de gestorvenen den vorm van eenig wezen, of plant, konden aannemen, zoo ook de goden, die getrouw op hen leken, de gestalten van vogels en andere dieren konden aannemen.

Budge verkondigt de meening, dat, indien wij zijn geschiedenis vanaf het begin konden opsporen, wij wellicht zouden vinden, dat hij oorspronkelijk een zeer kundig medicus was, die aan de Egyptenaren eenige elementaire kennis der geneeskunde bijgebracht had, en die eenigszins met de wijze om de lichamen der dooden door middel van kruiden, specerijen en linnen inwikkelingen te bewaren, vertrouwd was.

Budge vervolgt en heeft hierbij de bedoeling, de geheele theorie over de totems te weerleggen, dat op de standaards van sommige nomen de afbeeldingen van nog andere voorwerpen, behalve die van dieren werden vereerd en als goden werden beschouwd, of dat zij de symbolen van goden zijn geworden, die in hun gedaante werden vereerd.

Budge gaat zelfs zoover om te vermoeden, dat I-em-hetep de tot een godheid verheven gestalte van een aanzienlijk geneesheer was, die tot de priesterschap van Ra behoorde en die tegen het einde van de regeering der 3e dynastie leefde.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek