Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
Behalve de oorspronkelijke soort, worden twee variëteiten gekweekt; een zeer gedrongene, de M. moschatus compactus, en een met groote bladeren, de M. moschatus Harrisonii. De Muskusplant is winterhard; zij wordt echter steeds in potten gekweekt en wel in veen- of broeiaarde. De voortkweeking geschiedt zeer gemakkelijk door zaden, stekken of deeling der oude plant.
Zij wil gekweekt worden in zandige broeiaarde en laat zich goed door stekken voortkweeken. Palmen. De Palmen zijn de "Koningen van het plantenrijk"; zij zijn de edelste vertegenwoordigers der tropische planten en tegelijkertijd de elegantste en meest trotsche bladplanten voor de kamer.
Deze Peperomia moet in zandige broeiaarde gekweekt worden, terwijl men haar des winters warm en tamelijk droog moet houden. Des zomers groeit en bloeit zij uitstekend voor het venster, hoewel men haar, mits op een beschaduwde plek, ook buiten kan zetten. De voortkweeking geschiedt in het voorjaar door stekken, die bestaan uit één blad met een stukje van den stengel.
In den loop van den zomer zal het noodig wezen ze eens of tweemaal te verpotten. Voor het verpotten moet men zeer goede, met zand gemengde, broeiaarde gebruiken. De jonge plantjes, die in den beginne vrij warm moeten gehouden worden, gewent men langzamerhand aan de lucht, om ze in het begin van Juni in een zonnig gelegen plantenrekje te kunnen zetten. In Juni verschijnen meestal de bloemen.
Men moet de Torenia dikwijls verpotten in goede broeiaarde en haar en lichte plaats voor een zonnig venster geven. De aanbevelenswaardigste soort is Torenia Fournieri. Men kan deze soort direct zaaien in de potten, waarin zij moeten bloeien. Deze potten moeten niet wijder zijn dan 10 cM.; men vult ze tot op 3 cM. onder den rand met aarde, waarop dan gezaaid wordt.
De Tradescantia's groeien in de kamer zeer goed, hoewel men ze ook des zomers buiten kan houden. Men plant ze in goede broeiaarde en geeft ze, als moerasplanten, volop water. Hangt men ze in de zon, dan verkrijgen de bladeren een fraaien glans. Het best doet men de Tradescantia's jaarlijks uit stekken te kweeken, waarvan men er verscheidene in een 10 cM. wijden pot kan steken.
De aarde moet matig vochtig gehouden worden; des zomers kan men wat meer gieten dan 's winters, mits men er voor zorgt, dat er geen water in het plantenschoteltje blijft staan, wat hoogst nadeelig is. Is het noodig haar te verpotten, dan doet men dit bij voorkeur in het voorjaar, en gebruikt men daartoe goede broeiaarde, vermengd met graszodengrond.
De Sparmannia verlangt een grooten pot en goede, zware aarde; een grondmengsel, bestaande uit broeiaarde en graszodengrond, waarbij eenige hoornspaanders of wat schapenmest gevoegd worden, zal haar zeker wel aanstaan. Gedurende den zomer moet men haar zeer veel begieten en, wanneer zij in vollen wasdom is, rijkelijk gieren. Goed onderhouden exemplaren moeten twee keer per jaar verpot worden.
Hetzelfde ontstaat, wanneer zaagsel enkele jaren op een hoop gezet en omgewerkt wordt. Hoewel deze grond voor enkele planten zeer goed is, zal het altijd eenigszins lastig zijn, hem in voldoende hoeveelheden te verkrijgen. Belangrijker, dan de genoemde lichte grondsoorten, is voor den liefhebber, de zeer voedzame broeiaarde.
De Mirten moeten in goede broeiaarde gekweekt worden en bij het oppotten gebruikt men bij voorkeur kleine potten. Moeten zij verplant worden, dan past men op, niet te diep te planten; komt toch een gedeelte van den stam in de aarde, dan wordt dit spoedig door rotting aangetast.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek