Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Van hieruit trekt het ieder jaar naar zuidelijker gewesten en verbreidt zich in de wintermaanden van sommige jaren in onbegrijpelijke menigte over de gematigde streken van het noordelijk halfrond, ook over Nederland en meer zuidelijke landen, somtijds zelfs over Egypte. Enkele paren broeden echter in het Reuzengebergte en in de Karpathen.
Minder veelvuldig zijn de Bergeenden en de Scholeksters hoewel deze door hun kleur, gene door hun geschreeuw en levenswijze zeer de aandacht trekken; van ieder dezer soorten broeden hier ongeveer 400 paren.
Door hun roofzucht evenaren zij de Visch-ijsvogels. De meeste soorten broeden in holle boomen, enkele in door de natuur gevormde holen in den grond of in het gesteente; alle bouwen een meer of minder volkomen nest. De eieren zijn zuiver wit en glanzig, zooals die van den IJsvogel. Hun aantal is, naar het schijnt, niet bijzonder groot.
Hij bemoeit zich zoomin met het broeden als met de opvoeding der jongen.
Elk wijfje heeft hare 4 of 5 lichtgroene, aschgrauw en donkerbruin gevlekte eieren gelegd en is bezig ze uit te broeden. Weldra echter komen de jongen uit en wordt het gedruisch nog twee- of driemaal zoo erg, want de kleintjes willen voedsel hebben en weten hun verlangen op zeer duidelijk waarneembare wijze door allerlei leelijke geluiden te kennen te geven.
Hij is reeds aan vele gaten in boomen begonnen te werken, voordat hij er één van voltooit; zoo mogelijk zoekt hij de holte, waarin hij of een zijner verwanten vroeger gebroed heeft, weer op. Het nest bevat 4 of 5, zelden 6, kleine, langwerpige eieren, die zeer dun van schaal zijn en een glanzig witte kleur hebben. De beide echtgenooten broeden om beurten.
In Zuid-Europa en Noord-Afrika broeden de Woestijnhoenderen in de eerste lentemaanden; verder op in Afrika doen zij dit in het begin van den regentijd, die daar onze lente vervangt, in Zuid-Indië in de maanden tusschen December en Mei, in Middel-Indië iets later. De eieren van alle tot dusver bekende soorten worden in het zand gelegd en gelijken veel op elkaar.
De Vogels gaan ook in de gevangenschap op deze wijze aan 't bouwen. Strange, een vogelliefhebber te Sydney, schrijft aan Gould: "Ik heb tegenwoordig in mijn volière een paar Satijnvogels; ik hoopte, dat zij broeden zouden, daar zij in de beide laatste maanden onophoudelijk bezig waren priëeltjes te vervaardigen. Beide geslachten werken er aan; het mannetje is echter de eigenlijke bouwmeester."
Op deze broedplaatsen komen zij in April, om in September weer te vertrekken. De exemplaren, die in noordelijker gewesten broeden, bezoeken ons vaderland ieder jaar in groote menigte tweemaal op den trek; deze begint tegen het einde van September en eindigt in Maart.
Alle soorten die bij ons in 't noorden wonen, zijn trekvogels; de meeste verschijnen eerst in hun vaderland, als de lente werkelijk aangevangen is. Dan kiest ieder paar voor 't broeden een bepaald gebied uit, 't zij groot of klein, waarin het zich tegen andere Vogels van dezelfde soort handhaaft; slechts bij uitzondering duldt het een tweede paar binnen de grenzen van zijn gebied. Onmiddellijk na de keuze van de broedplaats begint de bouw van het nest, dat door de dieren van verschillende soort op verschillende plaatsen aangelegd en op verschillende wijze samengesteld kan worden. De beide ouders zijn gewoon het broedsel, dat uit 4
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek