United States or Antigua and Barbuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoodra de IJzeren Reus de gemiddelde hoogte der satitariums zal bereikt hebben, zal hij halt houden op de een of andere bekoorlijke plek, aan den zoom van een bergwoud, in een door de bovenstroomen van het luchtruim verfrischte atmosfeer. Onze vriend Munro zal dan eenvoudig zijn bungalow van Calcutta naar de bergen van Népaul verplaatst hebben en we zullen er zoolang blijven als hij wil."

Het is niet mogelijk anders; de versche herinnering aan den tocht door het bergwoud leert het ons, ook zonder de verklaring van den planter. Maar daar die gevelde wouden te zien vermolmen, en dan te denken aan de Deli Spoor, die door den nood gedwongen plannen overweegt om het hout voor haar dwarsliggers uit Rusland te laten komen dat geeft iemand toch een zonderling gevoel.

De morgen klaarde met bleeken schijn, schijn zoo bleek en lijkachtig als slechts in Thessalië morgenschemert na heksennacht. Schijn, schimmebleek, of de dag huiverde te ontwaken en of Eos, de rozige, verbleekt was, door wat zij ried en aarzelde aan te zien.... Ik was het bergwoud afgedaald. Plotseling zag ik een wijde vlakte. Een streep van zonnegoud liep dwars door de grauwe morgenlucht.

Ik steeg den weg op, dien de boeven in der tijd met mij neêr waren gedaald. En weldra waren wij verloren in het bergwoud... De ontvluchte slaaf bereed mij, maar hij lag uitgeput en bijna krachteloos over mij heen, zijne armen rondom mijn nek. Hij dreef mij, hij wist zelve niet waarheen, links, rechts.... Doel scheen hij niet te hebben, niet te weten, mijn nieuwe meester.

En Rado riep zijn driehonderd werklieden; En zij vingen weer aan de vesting Skadar te bouwen; Maar 's avonds slechtte de veela hun werk weer. Vergeefs trachtten zij de fundamenten van den muur te leggen; Vergeefsch was hun poging de vesting Skadar te bouwen. En de veela van het bergwoud riep: "Vukashin, luister, luister naar mij! Gij verkwist uw rijkdom en verspilt uw kracht.

Door ’t glanzend bergwoud dolen doffe schimmen, Die, slank en trillend, bosch en berg bevolken... De stilte alleen kan al die rust vertolken: De nacht houdt de’ adem in; de rotsen grimmen: Aan ieder sprietje bleef een dauwdrup hangen, De hitte werd door de’ avonddauw gevangen, En geurt er mede uit de aard, die liefde wademt;