United States or Uzbekistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Weldon, "geef kapitein Hull gerust de schuld! Zijn schip wordt zoo zindelijk gehouden, dat je platzak van je jacht zult terugkomen!" Kapitein Hull begon te lachen. "Mevrouw Weldon overdrijft," antwoordde hij. "Maar toch geloof ik, mijnheer Benedict, dat u je tijd met snuffelen in onze kooien verliezen zoudt."

"He! nicht Weldon," antwoordde neef Benedict, die gewoonlijk stijf op zijn stuk stond, "'t zou de eerste keer niet zijn dat men een walvisch ontmoette die op de oppervlakte der zee sliep!" "Wel mogelijk," antwoordde kapitein Hull, "maar we hebben nu met geen walvisch, maar met een vaartuig te doen."

Weldon, "zie toch eens die onmetelijke roodachtige bank, die zich uitstrekt zoover het oog reikt." "He!" zei kapitein Hull, "dat is walvisch-eten! Mijnheer Benedict, ziedaar een schoone gelegenheid om die vreemde soort van schaaldieren te bestudeeren!" "'t Zou wat!" zei de entomoloog. "Hoe! 't Zou wat!" riep de kapitein uit. "Maar u hebt het recht niet zulk een onverschilligheid voor te geven!

"Aan boord regeeren...." hernam neef Benedictus fier. "Een liefelijke regeering!...." "Is u geen entomoloog, mijnheer?" "Neen, gelukkig!" "Kom, neef Benedict," zei Mevr. Weldon glimlachend, "verlang nu niet dat we uit liefde voor de wetenschap verslonden worden!"

"Goed, mijnheer Benedict," antwoordde kapitein Hull lachend, "u hebt het recht om je hart als entomoloog zooveel als je maar wilt op te halen als onze visch langs den Pelgrim drijft!" Daarna zich tot Tom wendende, zeide hij: "Tom, 'k reken op u en je kameraden, om ons den walvisch te helpen aan stukken houwen, als hij aan den romp van het schip is vastgesjord, wat niet lang zal duren."

"'k Moet je gelijk geven, mijn kind!" antwoordde Mevr. Weldon, die zich zeer ongerust maakte. "En u, mijnheer Benedict," vroeg Dick Sand, "wat dunkt u van dit plan?" "Ik?...." antwoordde neef Benedictus. "Ja, hoe zoudt u er over denken?" "Ik kan geen raad geven," antwoordde neef Benedictus. "Ik vind alles goed wat men voorstelt en ik zal alles doen wat men wil.

En kostelijk is het, dat het plompe bedrog van Don Juan niet door het verstand der verstandigen, maar door het onverstand der onnoozelen, de zoo meesterlijk geteekende dwaze nachtwachts, ontdekt wordt! In zulk een stuk mocht een bijhandeling, als de schermutselingen en het vrede-sluiten van Beatrice en Benedict, een breede ruimte innemen.

Shakespeare nam een oud verhaal, waarvan de kern reeds in Ariosto's "Razende Roeland" te vinden is, maar dat meer uitgewerkt in Bandello's novellenverzameling voorkomt, ter hand, en ontleende er de door Claudio lichtvaardig geloofde belastering van Hero door Don Juan aan; doch de door hemzelf in het leven geroepen personen, de elkander met kwinkslagen steeds bevechtende Benedict en Beatrice, spelen een zoo belangrijke rol, dat de vroolijke bijhandeling de ernstige hoofdhandeling, die trouwens een blij einde neemt, overheerscht, en het geheel een recht blijspel is.

"Ik ga een bezoek aan de insecten van het land brengen." "Verwijder u niet te ver, mijnheer Benedict," zei de leerling. "We kunnen u dat niet genoeg op het hart drukken!" "Maak je maar niet ongerust, mijn jongen." "En breng ons vooral maar niet te veel muskieten mee!" voegde de oude Tom er bij.