Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Wel wist hij, dat Attalus niet als gevangene werd weggevoerd, en dat hij in den vreemde als gast bij een van de hoofden zou worden gehuisvest, maar hij zag hem toch met droefheid vertrekken naar de ruwe, onbeschaafde Franken, die als ware barbaren leefden. Hoe ongelukkig moest zijn jonge neef, die eene beschaafde opvoeding had genoten, zich wel onder die ruwe mannen gevoelen!
Naar haar werd het eil. sedert dien tijd Aegina genoemd. Sedert 318 behoorde Aeg. tot Macedonië, sedert 229 wordt het genoemd als een lid van het achaeïsch verbond, sedert 196 als een deel van het gebied van Attalus van Pergamus; in 129 kwam het onder de Romeinen. Aegiplanctus, Aigiplankton oros, kaap in Megaris, aan de corinthische golf.
Te voet begaf hij zich op weg naar Trèves, waar Attalus zich bevond, en daar wachtte hij een gunstig oogenblik af, om zich met hem in verbinding te stellen. Eindelijk zag hij Attalus, maar in welk een staat! Zijne sierlijke kleeding, waarin hij hem vroeger had gezien, was vervangen door lompen, zijne haren slingerden hem ordeloos om het hoofd, zijn gelaat was groezelig en vuil.
G., aanvoerder van het landleger op den terugtocht uit Indië, voerde de veteranen uit Azië naar hun vaderland terug , en zou Antipater als regent van Macedonië vervangen, toen Alex. stierf. In 167 begeleidde hij Attalus II naar Rome en bleef daar wegens ziekte langen tijd.
Hij bleef echter hopen, dat Attalus vroeger of later weder in vrijheid zou worden gesteld en naar hem zou kunnen terugkeeren. Maar deze hoop was vergeefsch. Attalus keerde niet terug, en de Bisschop toonde zich daarover meermalen zeer bedroefd.
Zoo zag ook Gregorius, de Bisschop van Langres, zich gedwongen, zijn neef Attalus te zien vertrekken naar een vreemd land, waar hij als gijzelaar moest verblijven. Het afscheid viel den hoogen geestelijke zwaar, want hij hield veel van den jongeling.
De romeinsche provincie Asia was ontstaan door het testament van den laatsten koning van Pergamus, Attalus III, die in 133 zijn rijk en zijne schatten aan het romeinsche volk naliet.
De Frankische edelman luisterde al niet meer naar hem en sliep weer in. Toen haastte Leo zich met schild en zwaard naar buiten, en gelukte het hem en Attalus ongezien buiten de omheining te komen. Zij sprongen te paard en reden snel den grooten Romeinschen weg op, die naar Trier voerde. Den eersten hinderpaal ontmoetten zij aan eene rivier, waar zij de brug bewaakt vonden.
Ontroerd vielen Bisschop Gregorius en Attalus elkander in de armen, en Leo ontving het loon, dat hij door zijn trouw en moed dubbel had verdiend. Hij werd met groote plechtigheid naar de kerk geleid, waarvan alle deuren wijd werden open gezet ten teeken, dat hij een vrij man was, die zich begeven mocht, waarheen hij wilde.
Geen wonder, dat Leo bij zijn nieuwen heer in de grootste gunst kwam, wat juist zijne bedoeling was. Weldra mocht hij in de woning van den Frank doen en laten, wat hij wilde. Attalus had hij al meermalen ontmoet, maar hij had hem al dadelijk te kennen gegeven, dat zij zich moesten houden, of zij vreemden voor elkander waren. Tevens had hij hem gezegd, dat hij gekomen was, om hem te redden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek