United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het meerendeel behoorde tot de Antirevolutionaire partij, twee Roomschen ontvingen er belangrijke portefeuilles in, namelijk de heer Ruys van Beerenbrouck die van Justitie, en generaal Bergansius die van Oorlog. Daar het nieuwe ministerie door de schoolkwestie op het kussen was gekomen, deed het ook zooveel mogelijk om haar ten einde te brengen.

Deze poging werd eigenlijk weinig gevoeld. Zij deed weinig leden heengaan, en de oorzaak er van was hoofdzakelijk dat de heer Staalman op zekere punten een meer democratische gedragslijn wilde gevolgd zien, dan die door Dr. Kuyper in later tijd aangewezen wordt. Niettegenstaande dit verlies bewaart de Antirevolutionaire partij haar prestige en haar invloed.

Spoedig vond de heer Heemskerk twee antirevolutionaire medewerkers; de eene Ds. Talma, een der bekendste aanhangers van Dr. Kuyper, aan wien hij het departement van Landbouw, Handel en Nijverheid toevertrouwde; en de andere, de heer Idenburg, die Koloniën weder opnam, hetgeen hij vóór de komst van het ministerie De Meester op uitnemende wijze had waargenomen.

De verkiezingen van 1891 brachten iets anders. De Antirevolutionaire partij had gedurende drie jaren het land geregeerd. Het ministerie Mackay had de hervorming van het lager onderwijs tot stand gebracht. Het was van aanbelang dat de aandacht van de kiezers gevestigd was op wat onmiddellijk daarna te doen overbleef.

De Liberale Unie had voor het oogenblik de verspreide troepen vereenigd en had krachtig gewerkt om tot de grondwetsherziening te geraken. De Liberalen waren op het gebied van vereeniging reeds voorgegaan door de Antirevolutionaire partij, die in 1879 uit de handen van haar leider, Dr. Kuyper, een volledige organisatie en een nauwkeurig-belijnd program had ontvangen.

En toen in 1905 tengevolge van de verkiezingen zijn ministerie viel, trok hij zich eenigen tijd terug in den buitensten omtrek van het staatkundig leven, maar weldra hernam hij zijn plaats aan het hoofd van de Antirevolutionaire partij, die hij voortgaat met vaste hand te besturen.

Kuyper na de verkiezingen van 1901 bij zijn komst aan het bewind ontwikkelde in het ministerieel program van 17 September 1901. Dr. Kuyper gaf aan de Antirevolutionaire partij een organisatie op bewonderenswaardige wijze samengevat, tegelijk zacht en krachtig, in een viervoudig orgaan: het Centraal Comité, het provinciaal Comité, de districtsvergadering en de plaatselijke kiesvereeniging.

Niettegenstaande de zorg aan de tactiek besteed en de pogingen, die in 't werk gesteld werden in den loop van den strijd, kwam de Antirevolutionaire partij ditmaal nog niet tot de overwinning. Ook van dit program werd tijdens de wetgevende periode niets verwerkelijkt, en het was hetzelfde, lichtelijk weer aangedikt, wat zij in 1901 onder den naam van program van urgentie aan de orde stelde.

Den 22en April werd te Utrecht de deputaten-vergadering der Antirevolutionaire partij gehouden, die tot de volgende hervormingen besloot: huismanskiesrecht, verplichte verzekering tegen invaliditeit en ouderdom, verhooging der invoerrechten om tot werklieden-pensionneering te kunnen komen, vollediger gelijkstelling van bizonder en openbaar onderwijs.

Heemskerk, zoon van den conservatieven oud-minister en een der leiders van de Antirevolutionaire partij in de Tweede Kamer verkozen. Wat de Socialisten betreft, al wonnen zij ook drie zetels, was toch hun aanvoerder Mr. Troelstra geslagen in de vijf districten, waar hij candidaat was gesteld, in 't bizonder in Tietjerksteradeel, welk district de predikant Dr. Talma na fellen strijd had veroverd.