Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Het eerste lid van artikel 250bis omschrijft een daad van meisjeshandel duidelijk; het omvat alle feitelijke bestanddeelen. Het oogmerk bestaat om de vrouw aan een leven van ontucht over te leveren terwijl haar dit oogmerk verzwegen wordt. Deze verzwijging kan niet geschieden, terwijl er geen intentie bestaat om daardoor het bewuste oogmerk te bevorderen.
Inzooverre acht ik mijn artikel beter. De schuldige van art. 250bis tweede lid moet weten, dat de dader dit oogmerk koestert. Het strafbare feit is gepleegd. Waar moet het berechting vinden m. a. w. welke strafwet moet worden toegepast? Wanneer het strafbare feit gepleegd, voltooid is, gaf ik reeds aan.
Als schuldig aan handel in blanke slavinnen kunnen de in de artikelen 250bis en 250ter bepaalde straffen worden verdubbeld, voor hem die van het plegen der daar omschreven misdrijven een beroep maakt. Art. 251 zou ik wenschen in dezen geest te wijzigen en aan te vullen: Art. 251.
Hiertegen zouden bij eene internationale conferentie maatregelen te nemen zijn. Van den buitenlandschen handel wensch ik niet te maken een delictum sui generis. M. i. voldoet art. 250bis voldoende aan de behoefte, indien wij het oogmerk om de vrouw of het meisje in ontucht buiten het rijk te doen leven als verzwarende omstandigheid aannemen.
Hoe de misleiding plaats heeft is onverschillig, meestal door 't aanbod van een gefingeerde dienstbetrekking. Dit is de quintessens. In verband hiermede zou ik dan willen aanbevelen het volgende artikel, dat ik als artikel 250bis in het strafwetboek zou willen vragen: Art. 250bis.
Heeft evenwel het misdrijf van art. 250bis jo 250ter 1º deels in Nederland, deels in Duitschland plaats gehad, dan zou ik van het volgende beginsel wenschen uit te gaan. Waar een misdrijf deels in het eene land, deels in het andere land is gepleegd, mag de rechtsorde in beide landen zoodanig daarbij betrokken geacht worden, dat berechting in beide landen gerechtvaardigd is.
Het delikt is voltooid, zoodra de aanwerving heeft plaats gehad; het bijkomende oogmerk behoeft niet bereikt te zijn. Dus zoodra er een bepaalde afspraak, verbintenis bestaat tusschen de vrouw en den placeur, dan hebben we het delictum consummatum van art. 250bis eerste lid.
In de meeste gevallen zal het bewijs gemakkelijk te leveren zijn of het vereischte opzet, opzet bij mogelijkheidsbewustzijn inbegrepen, aanwezig is. Art. 250quater omschrijft het misdrijf "handel in blanke slavinnen". Art. 250bis treft de enkelvoudige daad van aanwerven. "Handel in blanke slavinnen" veronderstelt echter 't verrichten als beroep.
Het luidt aldus: Art. 250quintus. Hij die opzettelijk het plegen van ontucht door eene op de wijze in art. 250bis of ter omschreven voor de prostitutie aangeworven vrouw met een derde teweegbrengt of bevordert, wordt als schuldig aan begunstiging van handel in blanke slavinnen gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren.
De hierop volgende artikelen zijn ook op dit artikel van toepassing, zooals reeds gebleken is. Ook hier is voor het voltooide delikt natuurlijk hetzelfde van toepassing, wat ik supra over art. 250bis zeide. M. i. is de strafbaarstelling van den buitenlandschen handel op deze wijze correcter dan ze in art. 48 van het Duitsche Auswanderungsgesetz van 9 Juni 1897 plaats heeft.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek