Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


C. Van de 224 fabels, die overgebleven zijn, wordt een groot gedeelte door sommigen niet als het werk van Babrius beschouwd. In 728 nam Tiglathpilesar III van Assyria er bezit van, en in 689 werd het door Sanherib gesloopt, maar door zijn zoon Asarhaddon, die zijne residentie hierheen wilde verleggen, weer opgebouwd.

De hoofdbron van de geschiedenis dezer invallen is thans het belangrijke werk van Dr. J. H. VAN BOLHUIS, de Noormannen in Nederland, Utrecht 1834, 2 st. Zie mede omtrent het vermelde, behalve onze Kronyken op vele plaatsen, MOLHUIJSEN, in NIJHOFF'S Bijdragen, VII 182; BOSSCHA, Neêrlands Heldendaden, I 22; FOEKE SJOERDS, Jaarboeken, III 224 enz.

" goederen in voorraad 110 " " cargo's in transport 75 " " pakhuizen 10 " " kameelen, paarden, enz. 20 " " in te vorderen gelden 54 " " los geld 224 " 553 talenten. Voeg nu bij die 553 talenten winst het kapitaal, dat ik van uwen vader onder mij had, en gij krijgt 673 talenten, alles rechtens het uwe. Dat maakt u, zoon van Ithamar, tot een van de rijksten onder de rijken.

»Ik noemde zoo even, met een woord, de Staten der provincie, alsmede in deze, op eene onverklaarbare wijze, voorbij gezien, en beroep mij op de art. 223 en 224 der grondwet, waarbij het toezigt over alle indijkingen en droogmakingen aan de Staten der provinciën, binnen welke zij gelegen zijn, verbleven is, om hieruit af te leiden, dat de deliberatie over het al of niet ondernemen der droogmaking, welke toch de basis der aanwijzing van de fondsen zijn moet, grondwettiger bij de Staten der provincie dan bij de Staten-Generaal te huis behoorde."

Zij beproefde een list en begon te roepen: "Panharing! panharing!" en zoo lang schreeuwde zij, tot haar muil krom getrokken was: daarom heeft de schol een scheven muil. Hier treedt het verhaal dus weer in dienst der natuurverklaring. Zie De Mont-De Cock, Vlaamsche Vertelsels, bl. 97 vlg.; Boekenoogen, in Volkskunde XV, bl. 72 vlg.; Cornelissen en Vervliet, Vlaamsche Volksvertelsels, bl. 224.

De bezorgdheid van het Staatsbewind was in 1803 zelfs zóó groot, dat het klaagde »over de gezonken welvaart, het steeds dieper verval van onze nationale zeden en de toenemende onverschilligheid omtrent God en Godsdienstige zaken, zoodat er redenen bestonden, om nieuwe en onherstelbare rampen te vreezen" . Zie over al het vermelde de Verzameling van Placaaten, VI 168, 179, 209, 224, 311, 345.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek