United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit voorregt, van uitstekend belang, werd dankbaar door hen ontvangen, en was voor den vervolge van grooten invloed op hun rustig bestaan en verdere ontwikkeling. Ook later, in 1677, gaven zij nogmaals gehoor aan het verzoek der Staten tot het sluiten eener leening van 132,943 Gld., zoodat zij alsnu in twaalf jaren tijds de provincie met een kapitaal van 1,032,943 Gld. bijstand hadden geboden .

Als Stadhouder, mede over Groningen en Drenthe, was hij zeer geacht, en gedroeg hij zich steeds edelmoedig jegens Prins WILLEM III, toen deze in 1677, al te heerschzuchtig over de afdanking van Friesch krijgsvolk beschikkende, daardoor, en mede bij de door hem voorgestelde werving van 16,000 man in 1684, een krachtigen tegenstand uitlokte van Frieslands Staten, die onverzettelijk bleven in de uitoefening van hun regt, om zelve patenten of marschorders aan de troepen af te geven.

De Hollanders poogden, in den jaare 1657, eene kleine Volkplanting aan de oevers der Rivier, genaamt Poumaron, op te rigten; maar deeze bezitting wierd, in den jaare 1666, door de Engelschen vernield. Zy waaren niet gelukkiger in eene andere, welke zy in 't jaar 1677 vestigden aan de Rivier Wiapoko of Oyapoko: de Franschen maakten 'er zig oogenblikkelyk meester van, en vernielden dezelve.

Ook liet hij drie dagen na den strijd nog verslagen opmaken omtrent hetgeen door de vloot was verricht. Hij was toen echter reeds te zwak om de stukken te kunnen onderteekenen. Den 29en April blies hij den laatsten adem uit, beweend door gansch het Nederlandsche volk. Den 30en Januari 1677 kwam zijn lijk aan boord van de Eendragt te Hellevoetsluis binnen.

Zie F. Arends Physische Geschichte der Nordsee-kuste. Zie over dezen strijd het uitvoerig verhaal van Winsemius Chronyck, fol. 565 volgg. In den eersten druk van 1677 staat: »Als de Stadhouder Rennenberg zich door ontrou omgekeert hebbende tot de Papisten; die van Leeuwarden," enz.

Andere maatregelen uit die tijd wijzen er eveneens op, hoe bang men was voor de inboorlingen. In 1677 werd b.v. de doodstraf gesteld op 't verkopen van geweren of ammunitie aan Hottentotten.

Men vergelijke de Historische Verhandeling over den zoogenaamden Nieuwen Stijl door den Oud-Hoogleeraar Mr. J. W. de Crane, geplaatst in het II. Stuk van het Archief der Heeren Visser en Amersfoordt. Bl. 259. In den jaare 1677.

Op dezen druk, beginnende met het jaar 313 voor Christus geboorte en eindigende 1677, volgde een tweede, uitgegeven te Haarlem 1743, getiteld: It aade Friesche Terp, of Kronyk der Geschiedenissen van de Vrye Friesen, met een Bijvoegsel gaande tot de geboorte van Willem Karel Hendrik Friso.

De Hollanders poogden, in den jaare 1657, eene kleine Volkplanting aan de oevers der Rivier, genaamt Poumaron, op te rigten; maar deeze bezitting wierd, in den jaare 1666, door de Engelschen vernield. Zy waaren niet gelukkiger in eene andere, welke zy in 't jaar 1677 vestigden aan de Rivier Wiapoko of Oyapoko: de Franschen maakten 'er zig oogenblikkelyk meester van, en vernielden dezelve.

Weder zeven jaren later namen die van Zeeland nog strenger maatregelen: thans straften zij ook overspel met de ongetrouwde vrouw met bannissement, voor de tweede maal met publieke schavotteering. De Staten van Holland verviervoudigden in 1677 de boete op overspel, voor twee getrouwden bedroeg zij toen f1000.