United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo ver ik zien kan zijn de stukken in orde." "De stukken zijn in orde," antwoordde Verheyst, nadat hij een tijd lang zwijgend de akten een voor een had ingezien, "en als deze copie van het testament juist is, waaraan ik niet twijfel, dan zal de meest teleurgestelde onder de nabestaanden der erflaatster nog moeite hebben om chicane te maken op hare beschikking.

"Ik heb van ochtend juist een briefje gekregen van den notaris, met verzoek om zoo spoedig mogelijk bij hem te Utrecht te komen, daar hij in de gelegenheid is, mij inlichtingen te geven omtrent den generaal von Zwenken en zijne kleindochter Francis Mordaunt." "Mordaunt! Heet zij Francis Mordaunt?" riep Verheyst, kennelijk onaangenaam verrast. "Ja! Hebt gij wat tegen den naam?

"Daarom, onderzoek, onderzoek streng en vertrouw niets dan uwe eigene oogen en bevindingen." "Heeft zij een lichaamsgebrek, is zij afzichtelijk?" vroeg Leopold met onrust. "Neen, dat niet; ik geloof zelfs, dat zij er niet kwaad uitziet; althans goed genoeg om pretendenten te lokken; maar...." "Welnu, wat aarzelt gij! Geef mij den genadeslag. Is 't eene coquette?" Verheyst haalde de schouders op.

Zoo gezegd, zoo gedaan; Willem Verheyst bleek een oprecht vriend en geen sammelaar; hij kwam bijtijds op den trein, en vijf minuten na zijne aankomst zien wij hem op de stoep van het huis, waar Jonker van Zonshoven logies had. Hij behoefde maar één trap te klimmen.

Met dezelfde post die hem een brief van Leopold van Zonshoven aanbracht, ontving Mr. Willem Verheyst een biljet van eene hem onbekende hand van den volgenden inhoud: Mijnheer! Na een onderzoek, ingesteld omtrent de relatiën van Jonker Leopold van Zonshoven, achten wij het waarschijnlijk, dat hij u raadplegen zal in eene zaak, voor hem zelven van groot belang.

"Wie weet of 't nog niet uitkomt, dat het een Memling is", spotte Verheyst, er nog dichter vóór tredende. "En Mijnheer de ridder draagt het kruis der Tempeliers" ging hij voort; "zoo heeft hij zijn schoone dan niet eens gewonnen door zijn offer." "Neen! zijn roman had een treurigen afloop."

"Hoe gij u nu reeds de airs geeft van een millionair!" viel Verheyst in. "De preliminairen van zijn huwelijk te laten openen per ambassadeur! Jammer, waarde patroon, dat ik volstrekt niet in de gelegenheid ben uwe opdracht te aanvaarden. Wie weet hoe ver de serviliteit voor uw aanstaanden rijkdom mij anders nog vervoerd zoude hebben!"

"Ik ben blij dat gij er zoo over denkt. Ik voor mij zou geen lust hebben in zulken kamp; maar gij, die zedelijk verplicht zijt den aanval te wagen...." "Al ware die verplichting er niet, ik zou er mij nu toch toe opgewekt gevoelen." "Om een helleveeg te trouwen?" vroeg Verheyst, zelf gerustgesteld door de luchtigheid, waarmee Leopold zijne slechte berichten opnam. "Een prettig baantje voorwaar!"

Hij keerde zich weer naar de schrijftafel en liet Verheyst een handvol papieren zien, deerlijk met inkt bemorst.

"Afzien.... afzien.... op zijn ergst zoudt gij een voorstel kunnen doen om te deelen." "Ziedaar wat precies tegen den uitdrukkelijken wil van de erflaatster zou zijn. Lees toch den brief, en gij zult er u van overtuigen." Dit schrijven, dat Verheyst nu met gezetheid doorlas, was van den volgenden inhoud. Zeer waarde Neef! Ofschoon ik eene onbekende ben voor u, zijt gij het geenszins voor mij.