United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zie over het medegedeelde omtrent Graaf WILLEM den goede, Charterb. 149-199; SCHOTANUS, 168; WINSEMIUS, 190 env.; WAGENAAR, III 224; SJOERDS, Jaarboeken, III 228; Teg. Staat, I 454.

Behalve de bronnen, hier vóór vermeld, bevat de Teg. Staat, II 512, het uitvoerigste overzigt van de geschiedenis der Hoogeschool, welke echter tot dusverre nog zeer onvolkomen bekend is.

In 1758 heeft de Generaal AYLVA deze zes stukken geschuts gelegateerd aan de Staten van Friesland, op wier last ze, na zijn overlijden in 1772, geplaatst werden vóór de Hoofdwacht te Leeuwarden, volgens Reg. Staats-res. 41, 61; Teg. Staat, II 109; TE WATER, Verbond der Edelen, II 167; KOK, Vaderlandsch Woordenb. II 403; BOSSCHA, Heldend. II 657; WAGENAAR, Vad. Hist.

V 112, 172, 262, 263, 264, 268, 435, 585, 1204; Reg. Staats-res. 538, 859; SCHOTANUS, Beschrijv. 266; FOEKE SJOERDS, Beschrijv. I 258; Teg. Staat, III 396; VAN LEEUWEN, Watervloed, Inl. 52. Het octrooi van 1557 en daarop gevolgde stukken vindt men in het Prov. Archief, Lands Dijkagieboek, kopij 131-150.

Men verklaarde de goederen der Friezen verbeurd, en eene wraakzuchtige bende begaf zich naar het eiland Marken, stak een Monnikenklooster, tot de Abdij van Mariëngaarde behoorende, in brand, en wierp de ongelukkige Cellebroeders in zee. Verg. Bilderdyk, Gesch. des Vaderl. III. 118, volgg; Teg. Staat, I. 493, en de daar vermelde Schrijvers. Bl. 105 Ao 1348.

De latere Groninger Hoogleeraar S. GRATAMA in zijne Gelukkige Toestand van Friesland, 25, in Aanteek. 22 vermeld met meerdere schrijvers over dit onderwerp; als: YPEIJ, Verhandeling over den uitvoer van Hooi; Teg. Staat, IV 570, 596 env.; VEGILIN, over de Veengraverijen, 25, 57 enz. Zie mede over het aangevoerde het onschatbare Charterb. IV 620, 726, V 106, 471, 658, 755; Reg.

Met opgave van al de bijzonderheden is dit onderwerp uitvoerig behandeld in het vierde deel van den Teg. Staat, bl. 273. Zie ook FOEKE SJOERDS, I 265, II 452; Regist. der Staats-res. op Dijken, enz. Het Kerkbestuur.

De landen ten zuiden van den nieuwen dijk en ten westen van de Worst-sloot of de grensscheiding werden nu enkel door een kadijk afgesloten . Charterb. VI 250-423; Reg. Staats-res. 187, 390, 733; FOEKE SJOERDS, Beschrijv. I 265; Teg. Staat, III 542, IV 328.

Hist. bl. 170 volgg.; Harkenr. Oostfr. Oorsp. 125-127; F. Sjoerds, Besch. Bl. 89. Ao 1234. Om de voorrang in 't offeren. Over dezen twist kan men vergelijken Oudh. en Gest. II. 275; Teg. Staat, I. 360; F. Sjoerds, Beschr. Bl. 89. Ao 1239. Sikke Sjaarda of Sjaardema. Over de geschiedenis van den achtsten Potestaat Sjaerdema en den hier vermelden brief heerscht, eenige duisterheid.

Staats-res. 320, 539, 540; Charterb. V 503; Teg. Staat, III 593 env.; BLAUPOT TEN CATE, Geschiedenis der Doopsgezinden in Friesland, 165. Vergraving van de lage Veenen.