United States or Ghana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men verklaarde de goederen der Friezen verbeurd, en eene wraakzuchtige bende begaf zich naar het eiland Marken, stak een Monnikenklooster, tot de Abdij van Mariëngaarde behoorende, in brand, en wierp de ongelukkige Cellebroeders in zee. Verg. Bilderdyk, Gesch. des Vaderl. III. 118, volgg; Teg. Staat, I. 493, en de daar vermelde Schrijvers. Bl. 105 Ao 1348.

Onze kronijk maakt mede geen gewag van het Bestand, tusschen de Friezen en den Graaf van Holland den 22 Junij 1348 gesloten. Dit voor de Friesche Geschiedenis zeer gewigtig stuk, in 't Charterb. van v. Schwartzenberg niet vermeld, komt voor als II Bijlage achter de uitmuntende Verhandeling over den oorsprong der Hoeksche en Kabeljaauwsche twisten, van den Rijks-Archivarius Mr.

Gegeven in 't jaar onzes Heeren 1348 Zondags na het feest der H. Drieeenheid. Dit is de zakelijke inhoud van het Bestand, welke aldus is medegedeeld, met eenige zeer belangrijke ophelderende Aanteekeningen, in het Mengelwerk der Leeuwarder Courant van den 31 Julij 1832, waarnaar wij den Lezer verwijzen. Bl. 105. In den jaare 1361.

Hachach Yusuf, die hem in 1348 liet bouwen, oefende hier de rechtspleging uit, in een soort van nis gezeten. Dit feit wordt door inschriften gestaafd, waartusschen de regels van den Koran staan gevlochten: "Er is geen ander God dan Allah", en "Buiten Allah is geen kracht, noch macht".

De pest van 1348, die drie vijfden van de bevolking van Toskane ten grave sleepte, richtte ook te San-Gimignano de geduchtste verwoestingen aan, zoodat de stad niet meer dan vier-en-twintig voetknechten, onder den hoofdman Rossellino Ardinghelli, ter beschikking van de toskaansche ligue stellen kon.

Doch in 1340 gaf graaf Willem IV een handvest aan Rotterdam, waarbij deze stad vrijheid kreeg, om een kanaal naar de Schie te graven, teneinde hierlangs verder den Vliet te kunnen bereiken, den hoofdverkeersweg met het overige Holland. Deze nieuwe waterweg, voor Rotterdam van het grootste belang, kwam in 1348 tot stand.

Men meent de jonge edellieden en edelvrouwen voor zich te zien, die, op de heerlijke heuvelen van Fiesole, in veiligheid aan hun vernuft den teugel vieren en elkander vermaken met de vroolijkste vertellingen, terwijl de stad aan hunne voeten door de vreeselijke plaag, de pest van 1348, wordt geteisterd. Het contrast is even aangrijpend.