United States or Vanuatu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook schijnen de doopsgezinden op Terschelling, na hunne inzegening, ten stadhuize ingeschreven te zijn geworden. Trouwens ook in Holland heerschte er te dezen opzichte nog geen vaste regel en vandaar klachten over moeielijkheden hun in den weg gelegd, wat toch vaak slechts gehoorzamen was aan eene ordonnantie.

De Doopsgezinden. Vóór de omwenteling van 1580 hadden de Hervormden en Doopsgezinden gemeenschappelijk geijverd tegen de onderdrukking van Spanje en vóór vrijheid van geloof en geweten.

Sedert de Doopsgezinden in 1672 vrijheid van godsdienstoefening hadden bekomen, werden zij als stille burgers ongemoeid gelaten.

Als wij ons herinneren, welk een geest van onverdraagzamen ijver de Hervormde predikanten onderling bezielde jegens hunne eigene broederen, als: BEKKER, VAN GIFFEN en de Franeker Hoogleeraren, toen deze den moed hadden eenige meerdere vrijzinnigheid aan den dag te leggen, dan verwondert het ons geenszins, dat zij weinig genoegen namen in der Staten goedgunstigheid jegens de Doopsgezinden, waardoor alle vroegere klagten der Synode in eens gesmoord waren.

Zie dit alles breeder voorgesteld in het uitmuntend geschrift: Onderzoek naar het kenmerkend beginsel der Doopsgezinden, door D. S. GORTER, Sneek 1850, 12 env. hetwelk ik hoofdzakelijk gevolgd ben met nadere toelichting van den Schrijver, dien ik daarvoor bij deze mijnen dank toebreng. De Hervorming een tijdlang ingevoerd, maar weder onderdrukt.

Later toch waren de plakkaten meer gerigt tegen MENNO SIMONS en de hervormings-gezinden in het algemeen. De sterke toeneming van de Doopsgezinden en de aanneming van de bijzondere begrippen van ZWINGLI en daarna van KALVIJN bij de Hervormden schijnen de oorzaken geweest te zijn, dat de Lutherschen zich hier niet tot eene afzonderlijke gezindte gevestigd hebben.

Kampen. Het burgerlijk huwelijk voor de doopsgezinden is aldaar ingevoerd bij publicatie d.d. 7 Juni 1658. Zoo kon de luthersche gemeente te Amsterdam in 1597 bepalen, dat wie wenschten te huwen eerst voor den gecommitteerde van de overheid moesten verschijnen, zich dan aan de voorgeschreven formaliteiten onderwerpen en daarna in de kerk konden worden ingezegend.

Over de oorzaken van het verminderde getal leden heeft D^o. BLAUPOT TEN CATE een afzonderlijk werkje geschreven, getiteld: Gedachten over de Getals-vermindering bij de Doopsgezinden, Amst. 1844, naar aanleiding van opmerkingen deswege in het belangrijke werk van D^o. J. H. HALBERTSMA, de Doopsgezinden en hunne herkomst, Dev. 1843.

Toch bleven in het Land-van-Kadzand de Walcherensche invloeden niet overheerschend. De vele uitgeweken Walen, Franschen, Doopsgezinden en Salzburgers, welke zich hier van lieverlede met de oorspronkelijke bewoners verbonden, terwijl men er tevens veel Katholieken vond, waren oorzaak, dat de bevolking zeer gemengd werd.

Waren de Hervormers geleerden, die in de Kerk bleven, om haar in zich zelve te louteren, zij moesten daartoe strijd voeren tegen leerstellingen, in eene vroegere ontwikkeling des Christendoms ontstaan en op kerkvergaderingen vastgesteld; de Doopsgezinden echter verlieten die Kerk, voerden geen strijd tegen haar en bepaalden hun onderzoek enkel en in alle eenvoudigheid tot den Bijbel.