United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


Langs de palmen der serre zag zij een enkelen keer in den dorren tuin, waar de regen de kale takken striemde. Ben zat op den grond, bij haar fauteuil, zijn dik hoofdje gedrukt in de japon zijner moeder, en hij keek zeer aandachtig naar een grooten tak van een bladerloozen kruliep, die telkens de wanhopigste wendingen maakte onder den stortvloed. Op eens zuchtte hij. Wat is er Ben?

Een zwiepend geluid doorsneed de lucht, en de rotan striemde over zijn rug. Hij rilde, zijn spieren trokken zich samen. De rotanslagen herhaalden zich, maar Tarsilo bleef onverstoord. "Dan maar ranselen tot hij crepeert of spreekt!" kreet de alférez buiten zich zelve. "Spreek dan toch!" zeide de commissaris, "in elk geval maken ze je dood."

Verwey ging bij zijn venster staan en keek afgetrokken naar buiten. Wind gierde om zijn eenzaam huis, een regenvlaag striemde de glazen. Beneden door de vochtige duinen kroop langzaam een groepje mannen, blauwig-zwart. De dichter zweeg. Zijn gezond, snugger gelaat was strak, werd stil-aan vroolijker. Hij lachte genoeglijk voor zich uit. Ik zag zijn heldere oogen leven.

En zij was vermoeid, tot in onmacht zinkens toe, vermoeid door haren twist met Betsy, door den regen, die haar onophoudelijk vlak in het gelaat snerpend striemde met scherpe, ijzige stralen; door den wind, waarmede zij streed als met een onmetelijk, zwart monster, dat haar als speelbal her- en derwaarts slierde.

Jelui zult mij niet langer voor den gek houdenen hij vloog woedend de trap op en striemde den armen jongen zoo geweldig met de el over den rug, dat hij het huis uitliep. Nu was de oude kleermaker met de geit alléén.

Toen hij met een open knipmes in de hand bukte naar de paling, was het een geklater op de harde huid van zijn regenjas, de regen striemde zijn pantser, de stralen braken op zijn rug en spatten op en om hem heen. Glimmend als een groot waterroofdier, greep hij zoo de paling in zijn grijpende vingers.

Toen hij daar een vrouw gewaar werd, die rustig bleef loopen waar ze liep, bukte de conducteur zich voorover uit de kap, en ook de postiljon schreeuwde, terwijl zijn vier paarden, die hij niet kon inhouden, hun draf versnelden; de twee voorste waren zoo nabij, dat ze haar raakten; met een schok van de teugels rukte hij het vierspan den berm op, maar woedend hief hij den arm, en uit alle macht striemde hij Félicité met zijn lange zweep zóó fel langs borst en aangezicht, dat ze achterover viel.

Zij met hun laffe, verwijfde smoelen, hun stom-aanmatigend, ijdel gezwets, die blootborstige vrouwen met hun lokkende, lekker-lachende monden, die kerels met hun onreine oogen, hun wreede, lachende tanden, met hun gedachten ... gemeen ... gemeen.... Hij kon ze wel zwiepen, er uit allemaal, dat het striemde, snerpte, scheurde.... O! dat te denken, daarin te berusten, dat zij moest blijven daar in die omgeving, in die atmosfeer...; zij, zij met haar onschuld-adem, zij met haar hart vol geloof, zij met haar handen van heilige....

't Lag in hoopen op den drempel in den morgen, als men de huisdeur open deed; 't striemde de menschen in 't gezicht, als ze uitgingen, 't stoof door den schoorsteen en viel in het eten, en 't lag in zulke dikke lagen op wegen en paden, dat het rijden en loopen vreeselijk vermoeiend werd. Spoedig konden de stadsbewoners het niet meer uithouden.

Hij had zich niet vergist: er was daar in de nabijheid der trekdieren een vreemd beest, dat hun slaap gestoord had. Nog niet geheel wakker, en zonder na te denken over hetgeen hij uitvoerde, hief Cyprianus zijne zweep omhoog en striemde den muil van den ongenoodigden gast met een fermen zweepslag.