United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tarsilo antwoordde niet, maar keek met oogen half dicht om zich heen, als zocht hij iemand. "Daar staat hij te praten met Pedro," hervatte Bruno. "Hij geeft hem geld, wat 'n geld!" Inderdaad telde Lucas in handen van Sisa's man zilvermunten uit. Ze wisselden nog heimelijk eenige woorden, en gingen dan vaneen, naar 't scheen voldaan.

"Bemoei u niet met onze zaken," viel Tarsilo, de oudste, in, "dat brengt ongeluk. Als we geen zuster hadden, dan waren we al lang opgehangen!" "Ophangen? Ze hangen alleen een lafaard op, iemand die geen geld en geen voorspraak heeft. En in allen gevalle is de wildernis dichtbij." "Honderd tegen twintig, ik zet op den witte!" riep er een onder 't voorbijgaan.

"Maar ik zal 't geld in bewaring nemen," zeide de ander, die niet veel vertrouwen had in Bruno's uiterlijk. "'t Is me om 't even!" antwoordde deze, die wel vertrouwen had in zijn eigen knuisten. En zich tot zijn broeder wendend, zeide hij hem: "Als jij blijft, ik ga heen." Tarsilo dacht even na: hij had zijn broeder lief, maar hield ook van 't spel.

Daar was men bezig den haan te wapenen, men zocht navaja's uit, de atador of mesjes-vastmaker maakte roode zijde klaar, smeerde hem met was in, en wreef hem verscheidene malen. Tarsilo omvatte het dier in een somber-wezenloozen blik: 't was alsof hij den haan niet zag, maar iets anders in de toekomst. Hij streek met de hand over 't voorhoofd.

Tarsilo hoorde niet naar hem, maar ging voort met het dier te onderzoeken: het gerinkel van goud en zilver drong tot zijn ooren door. "Laten we nu naar den boelik gaan kijken," zeide hij met gesmoorde stem. Bruno stampvoette, knarsetandde, maar gehoorzaamde zijn broeder. Ze traden op een andere groep toe.

"Ik wil wedden bij 't volgende gevecht. Wat kan 't me schelen? Zoo wreken we onzen vader." "Wacht!" zeide Tarsilo, en keek hem strak in de oogen: beiden waren bleek. "Ik ga met je mee. Je hebt gelijk: we zullen onzen vader wreken." Hij bleef echter stilstaan, en veegde zich weer 't zweet van 't voorhoofd. "Waarom blijf je staan?" vroeg Bruno ongeduldig. "Weet je welke hanen nu volgen?

Hij kon hem niet alleen laten, en mompelde: "Goed, 't zij zoo!" Ze traden op Lucas toe: deze zag hen aankomen, en glimlachte. "Oom!" zei Tarsilo. "Wat is er?" "Hoeveel geeft u?" vroegen ze allebei. "Ik heb 't al gezegd: als jullie op je nemen, om anderen te zoeken voor 't overvallen van de kazerne, geef ik je dertig peso's, aan elk van jullie, en tien aan elken kameraad.

Een man treedt op hen toe, en zegt fluisterend: "Zeg, man, honderd tegen tien. Ik ben voor den witte!" Tarsilo kijkt hem verbouwereerd aan. Bruno geeft hem een stoot met de elleboog, waarop hij met een gegrom antwoordt. De "loslaters" houden de hanen met meesterlijke zachtheid vast, zorgdragend zich niet te kwetsen.

"Ik heb nooit zoo'n leelijke vrouw gezien!" riep Tarsilo te midden van de algemeene stilte. "Ik ga liever op een bank als deze slapen, dan naast haar, zooals de alférez." De muze verbleekte. "U gaat me doodranselen, meneer de alférez," ging hij voort, "vanavond zal uw vrouw me wreken door u te omhelzen." "Doe een prop in zijn mond!" schreeuwde de alférez, bevend van woede.

"Zorg voor mijn zuster!" stamelde de ongelukkige en keek smekend naar een cuadrillero. De bamboe-zwengel knarste weer, en de veroordeelde verdween nogmaals. Doña Consolación merkte op dat het water rustig bleef. De alférez telde een minuut. Toen Tarsilo weer bovenkwam, waren zijn trekken verwrongen en lijkbleek. Hij richtte een blik naar de omstanders, en hield de met bloed beloopen oogen open.