United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met z'n gewonen dienstyver hield hy de linkerhand aan de kruk van de deur, en de andere tot tikken gereed, voor 't geval dat iemand zich verstouten mocht mevrouw Kopperlith's zenuwachtigheid te prikkelen door onbescheiden bellen aan de bovendeur. Zóó stond-i daar dan uren achtereen in die kelder-atmosfeer op-schildwacht voor mevrouw Kopperlith's rust!

Aan jou zullen ze niet raken zoolang je hier bent ... by my, weetje! Hy kneep haar boven z'n kracht in den arm, en geen ander blyk van leven gevende, stond-i overigens als versteend. En altyd die ééne onverzettelyke blik, dat schynbaar wezenloos staren op één punt... Trek 't je niet zoo aan, m'n lieveling! Maar... akelig is 't! Zie je daar die meid wel, met 'r noordhollandsche kap?

Hier vertoonde zich weer 'n "vinger!" Wouter's nieuwsgierigheid was ten hoogste gespannen. Om beter te kunnen verstaan stond-i in gebukte houding, en leunde met één hand op den rug van 'n stoel. Z'n steunpunt kantelde, de stoel gleed uit, knerste over den grond, bereikte 'n ander meubel... Heere-jesis-kristis, wat 's d

Met of zonder opschryven dan, reeds om zeven uur schelde Wouter aan 't huis met spiegelglas. De meid zei dat m'nheer nog niet op was, en vergunde hem plaats te nemen op de vloermat ... daar stond-i! Wie myner lezers weet hoe lang 'n minuut is? Nu, d

De ondergaande zon stond te schijnen, groot en rood, aan 't eind van de kap stond-i, er was een rossig schijnsel in de ruiten en 't vernis van de spoorwagens. Bavink was dronken. De trein vertrok, schoof onder de kap vandaan en boog even om naar links. Bij 't ombuigen flikkerde 't licht fel op de wagens. Wij wandelden naar 't eind van 't perron.

Na de eerste verrassing over de vreemde ontvangst, begon hy angstig te worden. Zonder de minste redeneering, en alleen om ... om...ja waarom? Op-eens stond-i op, en verzekerde dat z'n moeder hem bevolen had niet lang uitteblyven. Er was weer geen woord van waar. Juffrouw Laps protesteerde, maar Wouter hield vol. In-weerwil van haar dringende vriendelykheid wist-i zich door den vyand heenteslaan.

't Sloeg ter-nauwer-nood halfvier, toen-i zich alweer 'n weg baande door de stokvischbeukery en langs de olievaten, en 'n oogenblik daarna stond-i hygend en dienstbereid op 't kantoor. Buiten den ons reeds bekenden stank en de naakte Merkuriussen, vond hy daar niemand ... ja toch, daar hingen de zoldersleutels! Eén keep: éérste zolder, twee keepen: twééde zolder!

Geen lid van de beroemde familie Hocker heeft zich verwaardigd my iets meetedeelen van 't gesprek waarop hier de jongeheer Pompile blykt te doelen. En wat Wouter-zelf aangaat, hy stond reeds lang op-post achter de glasdeur van 't magazyn, voor die teedere zoon z'n papa deelgenoot maakte van de Hockersche konfidentie. Ja, daar stond-i!

In Februari nam hij een middag vrij om haar op te wachten, als de school uitging. Daar stond-i op 't stille grachtje in de sneeuw en een vent reed voorbij op een wit paard, met een blauwe kiel aan en een stroohoed op. Wat raar dat je juist op zoo'n middag zoo iets geks moet zien. Maar om vijf minuten voor vieren ging Bekker weg, hij dorst niet te blijven staan.

Men had al byzonder ongemanierd moeten wezen of geen republikeinsche Amsterdammer om dit niet te begrypen. Toen Wouter weer tot bezinning kwam, stond-i op straat. De brommer was weggereden, met of zonder haar. Met of zonder die beide mannen. Dit wist-i niet. Maar 't bekommerde hem nu minder ... Zy had hem haar broeder genoemd, ernstig, plechtig, boekerig, kerksch... dit was hem genoeg!