United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Want als een kunstenaar in zijn vak, werd hij eerst spraakzaam tegen dat de wandeling was afgeloopen, en bewaarde hij zijn geheimzinnig knaleffect, dat hij meestal op de eene of andere manier wist te pas te brengen, geregeld tot op het laatst. Hij had gesnapt, de slimmert met het domme gezicht, dat de stadslui hem zoodoende voor eenen origineel versleten, en hem daarom te milder bedachten.

Die stadslui, eenmaal buiten, hadden toch geen greintje beschaving of tact meer! En weer speet het mij geweldig, en had ik kunnen schreien van spijt en ellende, dat ik hen daar gebracht had. Het verlamde mij totaal, al mijn pleizier was ineens weer weg, ik reed geen steek meer, ik stond daar roerloos en benauwd te kijken, in voortdurenden angst dat er iets vreeselijks gebeuren zou.

"Och heeren, och heeren, 't is de rog, dien ik verloren heb. Heeren, heeren, hij doet niemand kwaad, waarom zou u mijn rog steken? 't Is maar een visch!" Hij nam, denk eens aan, het ondier in zijn handen en legde het weder op de kar. De Weertenaren zagen, dat hij er rustig mede weg-reed. De boeren lachten om de stadslui, dat zij schudden.

"En waarom dan geschonken, vriendje?" vroeg Stipan Arkadiewitsch met een goedhartig lachje, want hij wist, dat Lewin nu in een stemming was om alles af te keuren. "Omdat het bosch op zijn minst vijf honderd roebels per desjatine waard is," antwoordde Lewin. "Oho, jelui landjonkers!" spotte Stipan. "Wat zijn wij stadslui toch dwaze menschen!

Zoo was het tenminste Jaap Boesveld gegaan, toen hij een paar dagen bij zijn zuster in de stad was geweest om zijn dochter te bezoeken, die in 't ziekenhuis lag, maar hoeveel mooie dingsigheidjes hij ook in de winkels achter de ramen had zien liggen, en hoeveel vreemds hij ook van de stadslui had gezien, hij had toch telkens tegen zijn zuster moeten zeggen: »mensch, ik weet niet, hoe je het hier uithoudt!« »Gewoonte, Jaap, alles gewoontehad zij hem geantwoord, »en een mensch heeft er zijn broodJaap had daar op niets kunnen antwoorden, maar hij was blij geweest, toen hij weer met Jenneke, de vrouw, in zijn hoeve op de stille hei terug was.