United States or Mali ? Vote for the TOP Country of the Week !


Diergelijke vertoonplaatsen, die 'er voor worstelaars en voor Tooneelspelen dienden, waren onder de Romeinen niet onbekend, en dat van Curio, waarvan Plinius, als van een wonder van pracht en kunst, melding maakt, bestond uit twee deelen van hout gemaakt, die op duimen of spillen draaijende zig van elkanderen afscheiden, om voor twee onderscheiden vertooningen te dienen, of zich vereenigden om één Amphithéater, in wiens midden het worstelperk was, uittemaken.

Het is vooreerst de Duivel, dat machtig tuig, waarin het katoen wordt geklopt, geschud en gefolterd, totdat het alle onreinheid heeft verloren; dan de koorden, de rektuigen en de lantaarnen of draaiende potten, die altezamen de boomwol in vlokkig sneeuw veranderen, ze mengen, ze verdeelen en ze bereiden, om door de spintuigen tot haarfijne draden te worden herschapen; de scheer- en boommolens, en eindelijk de getouwen der wevers en de banken der spinners met hunne ontelbare spillen en bobijnen.

"Mijn klachten," hernam Ambrosius, "hoop ik eerstdaags bij den Nuntius in te leveren; ware ik alleen de vervolgde, het doel, waarop zij hun pijlen spillen, dan zoude ik mij om Christi wille die smaadheid getroosten; doch ik moet mijn schapen voorstaan, en het treft de scheuring in de Kerke meer dan mij.

Zoo zacht draaft het, dat gij gedurende den snelsten draf op zijn rug zittend een kop koffie kunt drinken, zonder een druppel te spillen. Het begrijpt alles, wat een zoon van Adam begrijpt; alleen door het gemis van de spraak verschilt het van dezen."

Die vliegt doldriftig toe; maar, onder 't wondengaderen, Om 't spillen van zijn bloed steeds meer verhit in 't naderen, Raakt aan den boord der beek in kreupelhout verward, En gilt van woede en spijt en ongeduld en smart.

Doch neen, 't en is geen berg, geen wangedrocht voorwaar; 't zijn takken stijf en stomp, 't is schorse, die 'k ontwaar; die, dikke en diepgegroefd, geborsten en gescheurd, van uit den ouden grond heure oude bonken beurt; 't zijn spanders overal, 't zijn spillen, die 'k aanschouw, een loof, dat kroont alom een steenoud boomgebouw.

Alles boven en beneden beweegt, loopt of slingert met koortsige snelheid; het is eene oneindigheid van rollende assen, van wentelende wielen, van knarsende radertanden, van vluchtende riemen, van wandelende spinmolens, van draaiende spillen.

Spillen zie 'k, en spanen, dragen; splenters, uit uw hoofdgewaai; takken uit uw' toppen zagen, kerven af uw' teenen taai! Elk komt uit en wondt en snijdt u: raapt en rooft, met volle hand; nu dat, omme en verre en wijd, uw hooge kroone ligt in 't zand. Vijandschap, aan alle zijden, woedt om uwe ellendigheid: heeft u ooit, in vroeger tijden, vrede en vriendschap één ontzeid?

Dáár had men nauwelijks onze riemslagen gehoord, of lustig werden de spillen gedraaid en de kanonnetjes huppelden als kangoeroes de rotsen af. Spoedig waren zij te water nog vóórdat de Franschen een hak naar de reepen konden doen. Toen vuurden zij er op in de hoop hen stuk te schieten, maar ook dit mislukte.

Toen Bobs broer heengegaan was, bleef het scheepje nog eenigen tijd rustig liggen en wij hoorden slechts het loeien van den wind, door het tuig en het lekken van de golven tegen de kiel; maar langzamerhand kwam er meer beweging; wij onderscheidden voetstappen op het dek; men liet trossen vallen; spillen knarsten; kettingen werden op- en afgewonden; men wentelde den kaapstander; er werd een zeil geheschen; het roer kraakte en eensklaps wierp het schip zich op de linkerzijde, het schommelen begon wij waren in zee.