United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eene lange wijl staarde zij beweegloos doch met begeesterden blik op deze dooze, legde eindelijk aarzelend de hand er op en schouwde biddend ten hemel. Zij murmelde zeer zacht, als vreesde zij dat haar gelispel door iemand kon worden gehoord: "Dit schrijn bevat het levensgeluk eener vrouw!

En, ging Doening voort, toen gaf ik u dat hartje in een schrijn.... Wel! het heeft u toch eindelijk geluk bijgebracht.... Zoo loof ik den Hemel! Hij sprak dan niet meer, en d

De boa van Oomken was een wonder, en de halsband van Francine, een reeks schakels van platte robijnen, moest niet onderdoen. Pastoor Doening deed het schrijn openspringen en een gouden hart lag daar, effen en nederig, op de zware zijde. Daar is geen ringetje aan, riep Francine; kan men het ook opendoen?

Gij .... ja .... och ja .... Ik heb dezen morgen het schrijn geopend en het gouden hartje bezien dat, nu bijna een jaar geleden heugt het u wel? ge mij gegeven heb. Het is stom en glanzend. Het ligt, onveranderlijk, op het donker fluweel. Ik denk .... zoo .... dat het misschien het laatste hart is, dat mij zal overblijven .... getrouw ....

Na zijn bevrijding wil hij barrevoets over het besneeuwde land van La Roche-Derrien, waar hij indertijd gevangen was gemaakt, naar den schrijn van Sint Yves, den vereerden beschermheilige van Bretagne, wiens leven hij in zijn gevangenschap beschreven had, te Tréguier.

De liefde van juffrouw Henriëtte was het zilveren lichtbelletje, dat men in den zwartsten afgrond rinkelen hoort. Zij was het ideaal goed dat men in een gouden schrijn bewaart, het kostbaar geheim van een kanaljeleven, dat men mededraagt in het graf en, als een pleit voor alle zonden, ongedeerd op 't laatste oordeel toonen zal. Juffrouw Henriëtte beminde pastoor Pezza.

Zij keek eensklaps bespiedend naar de deur der zaal, als iemand die aarzelt om eene laakbare daad te plegen, greep dan de deur der kas aan en opende ze verder.... Een zucht ontsnapte haar. Daar stond, nevens de boeken, eene dooze of zeer klein schrijn, met leder overtogen en met gulden inlegwerk gesierd, dat ongetwijfeld een juweel of eenig ander kostbaar kleinood moest bevatten.

Als wij op het Lungarno komen zien wij al spoedig het bevalligste van alle monumenten van Pisa, de kerk Santa-Maria della Spina of Santa-Maria del Pontenovo; eene kerk in miniatuur, bijna eene kapel, ik zou haast zeggen een heiligen, schrijn, vlak tegen de borstwering der rivier aangebouwd.

Maar niet alleen aldus zien wij haar, doch wel verre van haar als een gebrek te beschouwen! zien we 'r integendeel ook als een heerlijke gave, dezen mensch verleend, om zijn blanke reinheid onbezoedeld door het leven te brengen, en zoo terwijl zij ons de op zich-zelf schoone schrijn blijkt, die het juweel zijner goedheid behoedt denken wij, aldoor dieper overtuigd wordend: hoe waardevol moet deze laatste zijn, dat de Natuur het noodig vond haar zoo sterk-beveiligend te omhullen!

Neen, zei pastoor Doening, het is een massief en vlak hartje; het kan niet opengaan in twee helften en het is niet geschikt om rond den hals of op de hand te hangen. Het is te klein ook. Het is zoo maar een klein, klein hartje .... om te bewaren in een schrijn. Iedereen vond dit van zeer uitgelezen smaak.