United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


Krachtens de plakkaten, werd hij plichtig verklaard aan simonie, wegens het verkoopen van aflaten, aan ketterije en aan het herbergen van ketters en als dusdanig werd hij veroordeeld om "geëxecuteerd te worden met den viere, zoo dat er de dood naar volge", vóór de pui van het schepenhuis.

Harten hoog, vuisten vast. Weg met den Tienden Penning, weg met snood pardoen. Slaat op de krijgstrom. Slaat op de trom. ... Ja, spitsbroeders en vrienden, ja, te Antwerpen, noesch over het Schepenhuis, hebben zij een groot schavot opgericht, dat met rood laken bekleed is; de hertog troont er op als een koning te midden van staffieren en soldeniers.

Schuddebollend dwaalde Katelijne door de stad, roepende: Maakt open: de ziel wil er uit! Te negen uren werd Klaas in zijn hemde, met de handen op den rug gebonden, uit de gevangenis gehaald. Volgens de sententie, was de brandstapel opgericht in de Onze-Lieve-Vrouwestraat, rondom een staak, die vóór de pui van 't schepenhuis geplaatst was.

Het slachtoffer lag op den rug, met de oogen wijd open naar den hemel, met den mond insgelijks open, alsof het nog om hulp wou roepen. Zij bedekten het lichaam van het meideken met een opperste kleed en droegen het naar Heist, naar het Schepenhuis.

En als schromelijke moordenaar, dief en godslasteraar, werd hij veroordeeld om de tong met een gloeienden priem doorstoken te worden, de rechterhand afgekapt, en met een zacht vuur verbrand, totdat de dood er op volge, vóór de pui van het Schepenhuis. En Tonia riep: 't Is rechtveerdig, hij betale! En het volk riep: Lang leven de Heeren van de Wet!

Lamme en Uilenspiegel gingen dicht tegen het Schepenhuis, rechtover hetwelk Klaas verbrand werd; Uilenspiegel's lippen beefden heviger, doch hij weende niet meer. Toen hij noesch over het huis kwam van Klaas, dat nu bewoond was door een meester-koolbrander, ging hij er binnen, zeggende: Herkent gij mij? Hier wil ik rusten.

Op dat geluid kwamen Klaas en Soetkin, die beurt om beurt Uilenspiegel op den arm droegen, met de volksmenigte toegeloopen. Zoo kwamen zij aan het schepenhuis.

Leve de Wet! riep het volk. Lang leven de Heeren van de Wet! De klokken van Onze-Lieve-Vrouwekerk klepten. En de vischverkooper knarsetandde, boog het hoofd en weende zijn eersten traan. En men kapte zijne hand af, en men doorstak zijne tong met een gloeienden priem, en hij werd levend verbrand met zacht vuur, vóór de pui van het Schepenhuis.

Eensklaps kwam een koerier, met belletjes aan den gordel, voorbijgeloopen. Daar komt de baljuw, de hoogbaljuw van Damme! riep de voetlooper. En aldus liep hij tot aan het Schepenhuis, om er de burgemeesteren en schepenen samen te roepen. Toen hoorde Nele, in de volslagen stilte, twee klaroenen schallen.

Maar, vermaledijde tooveraar, verbrand zult gij worden voor de pui van 't Schepenhuis. Gij zijt de oorzaak van Soetkin's dood, gij bracht heuren zoon, eenen wees, tot ellende; gij, die ongetwijfeld een edelman zijt, kwaamt bij ons, werklieden, om mijne moeder een enkele maal een weinig geld te brengen en er heur al de andere keeren veel te ontnemen.