United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was alzoo geschapen en, van God gemaakt: waarom en laat ge 't, mensch, door u niet aangeraakt, geworden, 't onverbeterbare en 't schoonste van de schoonheid, daar geen menschenhand ooit aan en kan? De oude roo dakpannen schijnen zoo schoon, schuren bedekkende en boeien , laat er de zonne, van uit heuren throon, vierige vonken op gloeien.

Maar, vermaledijde tooveraar, verbrand zult gij worden voor de pui van 't Schepenhuis. Gij zijt de oorzaak van Soetkin's dood, gij bracht heuren zoon, eenen wees, tot ellende; gij, die ongetwijfeld een edelman zijt, kwaamt bij ons, werklieden, om mijne moeder een enkele maal een weinig geld te brengen en er heur al de andere keeren veel te ontnemen.

Al de noodigheden lagen gereed en al gaan en keeren gerochten Verlinde en zijn wijf uit hunne doezeling wakker en kwamen tot sprake; hij noemde al de dingen die hij moest medenemen: het geld in den binnenzak, den kost in de beurs, zijne pijp, tabak en vuurslag. Trezia was gereed met 't ontbijt, ze hielp heuren man eerst zijnen halsdoek in een lets knopen, en trok zijnen hemdeband neer.

Uilenspiegel klopte heel zachtjes op heuren rug en sprak: Kus een vrouwtje en ze zal u kloppen; klop een vrouwtje en ze zal u kussen. Kus mij dan, liefste, vermits ik u klopte. Nele keerde zich om. Hij opende zijne armen en, nog weenend, wierp zij er zich in en vroeg: Zult ge ginder niet meer gaan, Thijl?

Het was de partiture van Le Tribut de Zamora, die zij zich eertijds had aangeschaft tijdens heuren hartstocht voor Fabrice. Ze dorst niet kijken, vreezende haar krankzinnigheid als belichaamd voor zich te zien. Zij dorst zich niet bewegen, ontzet voor zichzelve, en zij had gaarne haar twijfelend verstand gered, door, als het het ware, buiten zichzelve te gaan.

"Moar 't zal uitkomen, mejonkvreiwe! De meinschen zillen ulder hier zien komen! Ouë papa zal 't heuren en hij zal ons doen verhuizen en we zillen gereineweerd zijn!" riep Rozeke, hoe langer hoe dieper door het voorstel afgeschrikt. "Nee nee,... nee nee, dat zal niet waar zijn, dat zal niet gebeuren," verzekerde de jonkvrouw.

Wat zijt ge schoone, o Leye, als 't helderblauwe laken der hemeltente wijd en breed is uitgespreid, en dat, uit heuren throon, de felle zunne, aan 't blaken, vertweelingt heur gezichte in uwe blauwigheid!

Bid voor hem, sprak Nele tot Uilenspiegel, en zij gaf hem heuren rozenkrans; maar hij stiet dien van zich af, omdat, zoo hij zeide, de bollekens door den paus gewijd waren. De nacht was gevallen en Uilenspiegel zei: Moeder, ga slapen, ik zal bij u waken. Gij moet niet waken, sprak Soetkin, want de slaap doet goed aan jonge menschen.

De uitzinnige schuddebolde, zocht met heuren lepel de boerenteenen uit, rondom de sauspan; zij sloeg op heur voorhoofd en sprak: Doe het vuur weg! mijn hoofd brandt. De reuk van de azijnsaus streelde Lamme's neus; de dikke man was in verzoeking gebracht. Uilenspiegel bleef staan en, in zijn groote droefheid, bezag hij Nele met een teederen, liefderijken glimlach.

Zijt gij de ziel van eenen Geus, ga dan naar het hemelrijk; zijt gij die van eenen Spanjool, keer terug naar de helle, die u braakte. Nele zeide hem: Beleedig nooit de zielen, al waren het zielen van beulen. En, terwijl zij heur dwaallichtje op den top van heuren vinger deed dansen, zeide zij: Lichtje, liefelijk lichtje, welke miede brengt gij uit het land van de zielen? Wat doen zij?