United States or Qatar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wie nu een eerlijk kapitein had, trof het; maar wie dien niet had, klaagde dikwijls, en niet ten onrechte, steen en been. Hoe lang deze wijze van handelen geduurd heeft, ben ik niet te weten kunnen komen; maar dat is vast, dat in 1653 bij de Zeeuwsche Admiraliteit die gewoonte nog bestond. In een der journalen van Tromp leest men van "Capteijn Fielding en nog een andere Roôrok."

"Moeten we ons dan maar dood laten gooien?" vraagt er een. "Wel neen," zegt Jonge Kees, "maar als je niet bang zijt, dan weet ik wel wat!" "Bang? Ik en weet niet wat bang is!" "Mooi, dan gaan we dien Roorok enteren, en als we 't gedaan kunnen krijgen, dan zullen we die lu

"Wij en hebben geene geschikte loodsen!" was het antwoord. "En aan een Rôorok zijn bodem te vertrouwen, dat gaat niet! De kerel zou ons zoo kostelijk omhoog laten zeilen, als je 't ooit gezien hebt!" meende Pieter Floriszoon. Na veel over- en weerpraten werd het voorstel van Tromp in stemming gebracht.

Blaif maor liggen zulle, daor kommen er nog meer. We zullen portaon dien Roôrok 'nen kier zainen zin geven! Blaif maor liggen, manneken; gai ligt daor goed!" zeî een Vlaamsch matroos. "Ik kan wel opstaan, hoor," antwoordde Jonge Kees, maar juist toen hij hiertoe pogingen aanwendde, gaf de Zuyerhuys het tweede schot en de knaap kwam nu met het hoofd tusschen de voeten van den Antwerpenaar terecht.

Men wilde zoo lang mogelijk den vrede bewaren. Vroolijk danste het welbemande oorlogschip op de baren; en scheen beter bezeild te zijn dan de kaper en de straatvaarder, althans na verloop van drie uren was men den kaper voorbij en het koopvaardijschip was onder bescherming van de Zuyerhuys. "Dat valt den Roôrok vast niet meê!" zeide Jonge Kees tot Huib.

Midden op de rivier gekomen liet de kapitein, als afscheidsgroet, een paar gotelingen afschieten en wij, Marten en ik, tuimelden op het dek, even als gij gisteren avond in het looze gevecht met den Roôrok! "Waar gaat het heen, Marten?" vroeg ik. Marten haalde de schouders op en zeide: "Vader heeft het wel tegen Moeder gezegd, maar tegen mij niet!" "Wel, jonge brasems, braaf zeer gedaan?

Op dit oogenblik is hij in de nabijheid van het Doggerzand. Hij en zijne manschappen zijn recht tevreden, want de vangst was uitmuntend. "Nog één uurtje, mannen, dan gaan we eens kijken of er aan het Schagerrif ook wat te halen is!" zegt de jonge stuurman. "Daar ginder komt een Roôrok, Jonge Kees!" zegt een der matrozen. "Wel, dan gaan we niet weg!