United States or New Zealand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Roodhaar was Robert's bijnaam, ter oorzaak van zijn wit-blond, bijna kleurloos haar, zooals den roodharigen Frits Verhaeren de naam van "Sneeuw" was gegeven, hij heette eigenlijk Lam, maar hij had zoozeer het land daaraan, dat hij zich getroost Roodhaar had hooren doopen. Robert Roodhaar trad toe op het bed, waarin, tot zijn verbazing, Max hem vriendelijk lag toe te lachen. Ben je dan niet ziek?

Zie hierover vooral Boekenoogen, Volkskunde XXII, bl. 18, 143, 193; XXIII, bl. 29; Knappert, Folklore, bl. 188 vlg.; Utrechtsche Volksalmanak, 1853, bl. 2 vlg. Vrouwen in gezegenden staat ondervinden een bijzondere oplettendheid van den kant der buurvrouwen en vriendinnen. Zij mogen geen leelijke of vreemde dingen zien en moeten den aanblik van kreupelen en roodharigen vermijden.

Er valt niet aan te twijfelen; gij hebt te doen gehad met den roodharigen kornel. Het gansche leven en streven van dien kerel schijnt een aaneenschakeling te zijn van misdaden en moorden. Wij willen hopen, dat het ons van nacht gelukt, daaraan voorgoed een einde te maken." "Dat hoop ik van ganscher harte met u.

Kinderen met een dubbele kruin worden knap of koppig. De roodharigen zijn "van God geteekend" en staan aan plagerij en bespotting bloot: "Rood haar en elzenhout groeien op slechten grond", meent het volk. Zie Prof. J. W. Muller, Volkskunde XIX, bl. 8; Prof. Verdam, Handel. en Mededeel. v. d. Maatschappij der Nederl. Letterkunde te Leiden 1897 98; H. Heuvel, Driem. Bladen II, bl. 8.

Alleen den roodharigen kornel wil ik nog een oogenblik te woord staan; maar slechts een oogenblik." "Belooft gij hem veiligheid en vrijheid om tot ons terug te keeren?" "Ja, mits hij mij niet beleedige." "Wij zullen het hem zeggen." Zij maakten zich zoo snel uit de voeten, dat men niet behoefde te vragen of zij blijde waren uit de tegenwoordigheid van den beroemden man ontkomen te zijn.

Deze ging niet terug naar het erf van de boerderij, maar verwijderde zich van de poort in dezelfde richting als de tramps, totdat hij de helft van den afstand had afgelegd, daar ging hij op een stuk steen zitten om den roodharigen kornel af te wachten, daar hij zich overtuigd hield, dat die komen zou.

Iedereen riep, schreeuwde, en vroeg wat er gebeurd was. Toen klonk de stem van den roodharigen kornel: "De Osagen zijn weg. Wie, voor den satan, heeft hen...." Vol ontzetting zweeg hij eensklaps. Terwijl hij sprak, was hij op de bewakers aangesneld, en had den eerste den beste beetgepakt, om hem overeind te trekken. Maar toen zag hij zijn verglaasde oogen en haarloozen bebloeden schedel.

Het is van ons dom geweest, dat wij ons door dien roodharigen kornel en zijn tramps gouden bergen hebben laten voorspiegelen." "Dom? Neen, dat niet. Spoedig rijk te kunnen worden, is een mooi ding; en ik wanhoop er nog volstrekt niet aan. De kornel zal met den anderen troep wel spoedig komen opdagen, en dan behoeven wij ons niet ongerust meer te maken."

Toen zag Jo een grooten, roodharigen jongen haar hoekje naderen, vreezende, dat hij van plan mocht zijn haar te vragen, sloop zij gauw in een aangrenzend kamertje, dat door een gordijn was afgeschoten, in de hoop ongestoord te kunnen kijken en zich zoo amuseeren.

De laatste koning van Pruisen zal er bij een roodharigen hoefsmid zijn paard laten beslaan, maar midderwijl zulke ongunstige tijdingen ontvangen, dat hij, zonder het einde dezer operatie af te wachten, het hazenpad zal kiezen.